Abonneer Log in

Na 10 jaar neem ik straks afscheid van het Europees Parlement

  • Agnes Jongerius - Delegatieleider van de Nederlandse PvdA in het Europees Parlement

Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 5 (mei), pagina 21 tot 27

In mijn tijd als Europees Parlementslid zag ik de focus verschuiven van marktwerking, begrotingsdiscipline en bedrijfsbelangen naar een socialer Europa, waarin er meer oog is voor de noden en wensen van mensen.

Agnes Jongerius in het Europees Parlement

U zult dat wellicht herkennen: aan het einde van de winter, als je het voorjaar kan ruiken, begin ik aan de voorjaarsschoonmaak. Medicijnen die over de datum zijn wegbrengen naar de apotheek. Bankafschriften van tien jaar geleden naar het oud papier. Oude visitekaartjes door je handen laten gaan. Ja, ik ben iemand die veel bewaart en slecht kan weggooien. Dat heeft ook voordelen. Zo vond ik in één van de lades een artikel dat ik samen met Marjolijn Bulk, de Europa-specialist van de Nederlandse vakbondsfederatie FNV, in 2013 geschreven heb voor de Internationale Spectator. Ik was zelf op dat moment, na 25 jaar werken bij de vakbeweging, verbonden aan het kenniscentrum Instituties van de Open Samenleving (IOS) van de Universiteit Utrecht.

Het artikel draagt als titel Crisis zet sociaal Europa onder druk1 en gaat over de nasleep van de bankencrisis van 2008. Vanuit Brussel werd via de zogenaamde Trojka2 aan de landen die in de problemen waren gekomen door speculatie met staatsobligaties, een streng hervormingsprogramma opgelegd. Vast onderdeel van het hervormingsprogramma waren bezuinigingen op de sociale uitkeringen, verlaging van de pensioenen en de minimumlonen en het afbreken van sectorale cao-onderhandelingen.

Hoewel in stukken van de Europese Commissie uit 2012 wel waarschuwingen te lezen vallen over gebrek aan betrokkenheid van sociale partners bij de hervormingsplannen en de sociale onrust die daarvan het gevolg zou zijn, bleven deze waarschuwingen zonder gevolgen.3 In ons artikel beschrijven wij hoe in Portugal de rechter in 2013 een stokje stak voor de door de Trojka opgelegde hervormingsplannen.

De Portugese rechter oordeelde dat de maatregelen die door Brussel waren opgelegd als voorwaarden voor steunmaatregelen, bepaalde bevolkingsgroepen onevenredig hard troffen en daarmee in strijd waren met de Portugese grondwet. Vanuit Brussel kwam per kerende post de opdracht dat de Portugese regering onmiddellijk nieuwe bezuinigingsvoorstellen moest presenteren.4 Geen woord over de noodzaak van sociaal beleid en de bescherming van grondrechten van burgers en werknemers. Geen begin van een koerswijziging in Brussel.

In 2014 werd ik lid van het Europees Parlement. Hier zag ik het als mijn persoonlijke opdracht, helemaal met mijn ervaringen van mijn FNV-tijd, deze koerswijziging wel voor elkaar te krijgen: om ervoor te zorgen dat het sociaal beleid van de lidstaten werd gezien als een noodzakelijke investering in de stabiliteit van de gemeenschappelijke munt en een noodzakelijke voorwaarde voor vertrouwen in de Europese samenwerking. Om het sociale beleid stevig te verankeren, juist in tijden van crisis. Eerlijk is eerlijk: dat viel me niet mee. Want net als in elk parlement gaat het natuurlijk om het vinden van parlementaire meerderheden. Lang niet iedereen was bereid snel de oude recepten van het financieel-economisch beleid op te geven.

BREXIT-REFERENDUM WAS OMSLAGPUNT

Van een omwenteling was pas sprake toen in 2016, tot grote schrik van veel Brusselse beleidsmakers, 51,9% van de Britten zich voor een Brexit uitspraken. Grote groepen gewone Britse burgers hadden zich in het stemlokaal laten leiden door hun conclusie dat wanneer de Europese Unie zich niets gelegen liet liggen aan hun zorgen en belangen, zij ook niets meer met die Europese Unie te maken wilden hebben. ‘Britse banen voor Britse werknemers’5 was een leuze die in delen van de Britse vakbeweging werd gehanteerd. De Europese Unie werd gelijkgesteld met de instroom van goedkope arbeidskrachten die zorgden voor grote onderlinge concurrentie tussen werkenden en de afbraak van werknemersrechten. Voeg daarbij de vaak dwingende bezuinigingen op de welvaartsstaat, en je kunt de uitslag van het referendum wel verklaren.

Rond dezelfde tijd slaagde Marine Le Pen erin de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen te bereiken. Le Pen uitte scherpe kritiek op de Europese Unie en wist daar grote groepen gewone Fransen mee te trekken. Niet lang daarna lag met regelmaat half Frankrijk plat door protesten van de gele hesjes. Protesten die begonnen als reactie op de stijgende brandstofprijs en de kosten van levensonderhoud.

Deze twee onafhankelijke gebeurtenissen, de Brexit en de opkomst van Le Pen, lijken uit een gelijke voedingsbodem te komen in het publieke narratief: een weerzin tegen een Europa waarin het niet gaat om mensen. Waarin mensen zichzelf niet meer lijken te kunnen vinden in de keuzes die elders voor hen gemaakt worden. Zelfs in Brussel gingen er alarmbellen rinkelen.

Jean-Claude Juncker en Marianne Thyssen kwamen in de tweede helft van hun mandaat met een groot aantal voorstellen voor sociaal beleid.

Het inzicht dat doorgaan op deze weg tot uitholling van de steun van de Europese bevolking voor het Europese project zou leiden, vatte post. Tijd voor een koerswijziging dus. Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker en commissaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid Marianne Thyssen kwamen in de tweede helft van het mandaat met een groot aantal voorstellen voor sociaal beleid.6 Voorstellen over fatsoenlijke arbeidscontracten en voorstellen voor verlofregelingen om werk en zorgtaken te kunnen combineren.

Ook kwam er voor de eerste maal een Europese arbeidsinspectie, de European Labour Authority (ELA). Juist bij grensoverschrijdende arbeid en het vrije verkeer van arbeid binnen de Europese Unie is vaak sprake van misstanden. Uitbuiting van werknemers met een zwakke positie tegenover hun werkgever door onderbetaling, gevaarlijke arbeidsomstandigheden, lange arbeidsuren en slechte huisvesting, kwamen heel vaak voor. De vrijheid van verkeer voor werknemers was geen werknemersrecht meer, maar een maas in de wet voor werkgevers voor goedkope arbeidskrachten.

Arbeidsinspecties van de lidstaten hebben vaak moeite op te treden wanneer een werkgever of arbeidsbemiddelaar in een andere lidstaat gehuisvest is. Ook is vaak niet duidelijk in welke lidstaat betaling van loonbelasting, sociale premies en pensioenafdrachten moet plaatsvinden. De ELA kreeg tot taak juist bij grensoverschrijdende arbeid de nationale inspectiediensten te ondersteunen, zodat Europese samenwerking niet alleen ten gunste van het geld gaat, maar ook ten gunste van werknemers.

Niet alleen de inspectie werd opgevoerd, ook de wettelijke regels werden aangepakt. De Europese Commissie kwam eindelijk tegemoet aan een langdurige eis van de vakbeweging en de sociaaldemocraten: de regels rond de grensoverschrijdende detachering van werknemers werden herzien.

In het Europese Parlement heb ik me met deze Posting of Workers Directive7 mogen bezighouden. Bij de herziening van deze richtlijn ben ik in staat geweest gelijke beloning voor hetzelfde werk te garanderen. Ook bij grensoverschrijdende arbeid zijn de cao's van het werkland van toepassing, wanneer deze hoger zijn dan die van het thuisland. De Poolse loodgieter moet gewoon volgens de Belgische metaal cao betaald worden en voor de werknemers in de Belgische distributiecentra gelden de Belgische arbeidsvoorwaarden. Daarmee komt er een einde aan de loonconcurrentie door werknemers uit een ander EU-land aan te trekken.

EUROPESE PIJLER VOOR SOCIALE RECHTEN

Naast deze concrete wetsvoorstellen werd ook een meer fundamenteel proces ingezet: de lancering van de Europese Pijler voor Sociale Rechten (EPSR).8 Aangespoord door de progressieve krachten in het Europees Parlement nam Jean-Claude Juncker samen met Stefan Löfven, oud-vakbondsvoorzitter en destijds premier van Zweden, in 2017 het initiatief voor een sociale top in Götenburg.

De voorzitter van de Europese Commissie, de Europese Raad en van het Europese Parlement tekenden een document waarin in heldere bewoordingen de basis sociale rechten staan zoals die voor alle burgers in Europa zouden moeten gelden. Van gelijke kansen, een eerlijke beloning en veilige arbeidsomstandigheden, tot sociale bescherming en betaalbare huisvesting.

In 2017 zagen wij een echte koerswijziging: voor de eerste keer werden via de Europese Pijler de sociale rechten verankerd.

In dat jaar – 2017 – zagen wij een echte koerswijziging: voor de eerste keer werden via de Europese Pijler de sociale rechten verankerd. Natuurlijk, met het boekje van de EPSR kun je de boodschappen niet betalen en is er niet zomaar een betaalbaar huis beschikbaar. Maar zomaar bezuinigen op sociale voorzieningen ligt minder voor de hand.

Bij de verkiezingen in 2019 voerden wij sociaaldemocraten met Frans Timmermans als onze topkandidaat een campagne met veel nadruk op de sociale thema’s: minimum- en eerlijke lonen, betaalbare woningen en gelijke beloning tussen mannen en vrouwen. We boekten een geweldig verkiezingsresultaat. Hoewel Frans Timmermans niet de toppositie van Commissievoorzitter wist te bemachtigen, deed Ursula von der Leyen in haar speech in 20199, in een poging om steun te verwerven voor haar voorzitterschap, een aantal belangrijke toezeggingen aan de sociaaldemocraten.

Zij kondigde aan dat zij met concrete wetsvoorstellen zou komen om de sociale rechten in Europa te verbeteren. De voorstellen voor loontransparantie om zo de loonkloof tussen mannen en vrouwen te beslechten en om de rechtsbescherming van werkenden voor digitale platforms als Uber te versterken, zijn het rechtstreekse gevolg van onze sociaaldemocratische verkiezingscampagne tijdens de vorige Europese verkiezingen.

Dat geldt ook voor het voorstel voor toereikende minimumlonen in Europa, het wetsvoorstel waar ik in dit mandaat mijn tanden in heb mogen zetten.10 In de Europese Pijler voor Sociale Rechten staat opgeschreven dat alle werknemers aanspraak moeten kunnen maken op een eerlijk loon, een loon dat een fatsoenlijk leven mogelijk maakt. Dat fatsoenlijk leven is helaas voor heel veel werknemers in Europa niet de realiteit. Zij kunnen ondanks hun baan toch aan het eind van de maand hun rekeningen niet betalen of hun kinderen geen goede toekomst bieden.

Ook tegen het voorstel voor de richtlijn voor toereikende minimumlonen was aanvankelijk veel weerstand. Weerstand omdat men dacht dat er één minimumloon in heel Europa zou moeten komen. Maar ook weerstand tegen Europese bemoeienis met sociaal beleid van lidstaten in het algemeen en lonen in het bijzonder. Weerstand dus bij mensen en organisaties die nog steeds van mening zijn dat Europa er uitsluitend voor markt en munt moet zorgen. Die moeite hebben met de ingezette koerswijziging.

Gelukkig zijn we in staat geweest die weerstand te overbruggen. Dat gebeurde onder het Franse voorzitterschap, het land dat toevallig toen ook net verkiezingen had. Verkiezingen waarin Emmanuel Macron zichzelf terugvond tegenover Marine Le Pen, net als in 2017. Emmanuel Macron had een overwinning nodig, hij wilde zichzelf van zijn sociale kant laten zien. Hij pleitte voor een Europa dat beschermt.11

Hierdoor konden we met steun van de vakbonden en de progressieve stemmen in het Parlement onze kans grijpen en weer een nieuw fundament leggen voor een socialer Europa. In het najaar van 2022 hebben wij de onderhandelingen over de richtlijn toereikende minimumlonen succesvol weten af te ronden.12

Met de richtlijn over minimumlonen gaan 24 miljoen werknemers een loonsverhoging krijgen. Ik ben trots op dit onderhandelingsresultaat.

De richtlijn vraagt alle landen om periodiek te controleren of het minimumloon nog toereikend is en om dat, zo nodig, extra te verhogen. Daarnaast wordt ingezet op versterking van het collectief onderhandelen en van de vakbonden. De lidstaten hebben twee jaar de tijd gekregen deze richtlijn om te zetten in nationale wetgeving. Dit najaar is de deadline voor lidstaten om de wet omgezet te hebben in nationale wetgeving, wat hopelijk gaat zorgen dat 24 miljoen werknemers een loonsverhoging krijgen. Ik ben trots op dit onderhandelingsresultaat.

DE WEG VOORUIT IS INGEZET

Wanneer ik de Europese samenwerking vergelijk met de situatie die ik tien jaar geleden met Marjolijn Bulk beschreef in de Internationale Spectator, moet ik concluderen dat we echt heel veel voortgang hebben geboekt. Juist op het punt van wat we ‘sociaal Europa’ noemen. Via concrete wetsvoorstellen is gewerkt aan het verbeteren van de levens van mensen in Europa.

Die vooruitgang is mede het gevolg van de schok die het Brexit-referendum heeft veroorzaakt. De uitkomst van dat referendum heeft laten zien dat wanneer de Europese samenwerking zich louter op markt en munt richt, de steun voor de Europese samenwerking snel afbrokkelt. Nu vinden de politici van extreemrechtse partijen dat alleen maar positief. Met Marine Le Pen delen zij de overtuiging dat de samenwerking in Europa bestreden moet worden; zij pleiten voor een herwaardering van de natiestaat en willen dus zo min mogelijk Europese integratie. Ze willen allicht geen vertrek meer uit de Europese Unie, maar creëren het liefst zoveel mogelijk chaos ten koste van de Unie.

Maar de conservatieven van de Europese Volkspartij (EVP) konden de afgelopen periode in meerderheid overtuigd worden om de lijn van Juncker en Von der Leyen, beiden van de EVP, te volgen. Samen met grote delen van de liberale fractie en met steun van de Groenen en The Left was er in het Europese Parlement een ruime meerderheid voor een meer sociaal Europa. Met deze meerderheid zijn we in staat geweest de Europese Pijler verder te verankeren in het Europese beleid.

In 2023 bleek al dat bijna een derde van het Investeringsfonds is ingezet voor sociale doelstellingen als onderwijs, kinderopvang en werkgelegenheid.

In bijvoorbeeld het Europese Investeringsfonds13 wordt benoemd dat de lidstaten bij het opstellen van hun nationale investeringsplannen rekening moet houden met de Europese Pijler. Nu nog vooral als een inspanningsverplichting, maar absoluut een verbetering ten goede. In 2023 bleek al dat bijna een derde van het fonds is ingezet voor sociale doelstellingen als onderwijs, kinderopvang en werkgelegenheid.

TOEKOMST

Uiteindelijk heeft Portugal de boze brieven uit Brussel naast zich neergelegd en heeft het geluisterd naar zijn eigen rechters. Opvallend genoeg is Portugal één van de landen die het sterkst uit de economische crisis is gekomen. Juist door te durven investeren in lonen, pensioenen en mensen. Zoals de Portugese rechter het zo mooi schreef: ‘Hoe groter de mate van opoffering opgelegd aan burgers ter legitimatie van publieke belangen, hoe groter de vereisten van billijkheid en rechtvaardigheid in de verdeling van deze offers moeten zijn.’ En Europa een beetje eerlijker maken, dat is waar ik de afgelopen jaren voor geknokt heb, en dat werk is nog niet klaar.

Natuurlijk zijn er nu ook mensen in de liberale en de conservatieve fracties die pleiten dat Europa genoeg aandacht heeft gegeven aan groene en rode zaken en dat de EU weer om de markt moet draaien. Dat het nu weer moet gaan over de versterking van de interne markt, de concurrentiekracht van bedrijven en een zuinig financieel beleid. Met de groei van extreemrechts in een aantal landen van Europa is de verdere versterking en verankering van de sociale dimensie geen gegarandeerd bezit.

Maar vergeet niet, Europa is niks zonder de mensen die er wonen, zonder hun idealen en zonder hun identiteit. Zo hebben we in Europa nog een wensenlijstje liggen voor volgend mandaat. Het actieplan, dat onderdeel is van de Sociale Pijler, is op voor een herziening. En juist daarmee blijft de Sociale Pijler een topprioriteit die weer meegenomen kan worden bij het opstellen van de Strategische agenda en het werkprogramma van de volgende Europese Commissie.

Het Belgisch voorzitterschap heeft hier hele grote stappen in gezet. Want dankzij het initiatief van het Belgisch voorzitterschap, onder leiding van minister Frank Vandenbroucke, is er zopas de Verklaring van La Hulpe (16 april 2024) opgesteld. Deze is onderschreven door de Europese Raad, de Europese Commissie en het Europees Parlement. Deze Verklaring legt het pad vast voor sociaal Europa voor het volgende mandaat. Een aantal belangrijke punten die ik hier al noemde, komen terug.

Zo willen we dat de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) herzien gaat worden en ook de competentie krijgt om uitbuiting van derdelanders tegen te gaan. Daarnaast willen wij in het Europees Parlement ook dat de ELA zelfstandig inspecties kan doen, zonder toestemming van de betrokken lidstaten. Want zeg nu zelf, jij hebt ook liever niet dat er bezoek komt als je huis niet is opgeruimd. Hetzelfde geldt voor lidstaten.

Daarnaast zijn er toezeggingen tot meer aandacht voor de gevolgen van de digitale transitie op de werkplek. Zodat werknemersrechten en vakbondsrechten gewaarborgd worden. Niet alleen de digitale transitie geeft onzekerheid, ook de groene transitie zorgt voor vragen bij mensen. Het is dan ook belangrijk dat werknemers en vakbonden geconsulteerd worden. Van het gebrek van betrokkenheid van sociale partners tijdens de grote hervormingen zoals in de economische crisis van 2008, moeten we toch kunnen leren.

Wat voor mij echt een overwinning is, is dat er in de Verklaring van La Hulpe een tekst is opgenomen die pleit voor een herziening van de aanbestedingsrichtlijn om zo sociale voorwaarden hieraan te stellen.

Wat voor mij echt een overwinning is, is dat er in de Verklaring van La Hulpe een tekst is opgenomen die pleit voor een herziening van de aanbestedingsrichtlijn om zo sociale voorwaarden hieraan te stellen. Kijk bijvoorbeeld naar de Verenigde Staten, waar Joe Biden afdwingt dat investeringen van de Inflation Reduction Act moeten gaan naar ‘good paying union jobs’. Laat ons ervoor pleiten dat publiek geld alleen gaat naar banen die vallen onder een cao. En wat een toeval, een hogere dekkingsgraad van cao’s staat al in de Europese wet minimumlonen, nu de uitvoering nog.

We hebben nog een lange weg te gaan, ook na deze Verklaring van La Hulpe, maar we zijn wel op de goede weg. De volledige verwezenlijking van de Pijler is nog geen gegeven, maar met deze Verklaring komt deze wel binnen handbereik. Daarom is het zaak bij de komende verkiezingen hard te knokken voor een sterk progressief blok in het Europees Parlement. Maar hé: hard knokken voor de goede zaak, dat kunnen wij!

EINDNOTEN

  1. Marjolijn Bulk en Agnes Jongerius (2013). Crisis zet sociaal Europa onder druk. Internationale Spectator jaargang 67, nr 6.
  2. Met de Troika wordt verwezen van het besluitvormend orgaan waarin vertegenwoordigers van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetaire Fonds.
  3. Zie: Europese Commissie (2013). Industrial Relations in Europe 2012, 11/4/2013.
  4. Europese Commissie (2013). Statement by the European Commission on Portugal, 7/4/2013.
  5. Zie: Ince, A., Featherstone, D., Cumbers, A. , MacKinnon, D. and Strauss, K. (2015). British jobs for British workers? Contesting work, nation and globalisation through the Lindsey Oil Refinery disputes. University of Glasgow.
  6. Voor de plannen van Juncker zie zijn speech met als titel: A New Start for Europe:My Agenda for Jobs, Growth, Fairness and Democratic Change.
  7. Europees Parlement. Legislative Train Schedule. Revision of the Directive on the Posting of Workers – Labour mobility package.
  8. Europees Parlement, Raad voor Europa en Europese Commissie. Europese pijler van sociale rechten.
  9. Europese Commissie (2019). Opening Statement in the European Parliament Plenary Session by Ursula von der Leyen, Candidate for President of the European, 16/7/2019.
  10. Europese Commissie. Adequate minimum wages in the EU.
  11. Macron, L’Europe qui protege, 5/5/2019.
  12. ILO (2022). The new EU Directive on minimum wage sets a dual goal, 16/11/2022.
  13. Europese Commissie. Herstelplan voor Europa.

Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 5 (mei), pagina 21 tot 27

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.