Abonneer Log in

Van sociaal contract tot contractbreuk

  • Eric Corijn - Hoogleraar Stadsstudies VUB. Auteur van "Een stad is geen land" (ASP), "Gramsci lezen" (ASP) en "Vlaanderen ontwaak!" (Ertsberg)
  • 31 oktober 2025

Wat ooit een afspraak was tussen arbeid en kapitaal om samen vooruit te gaan, is nu een race naar rendement geworden. Tijd om het contract te herschrijven.

Volgens de regering, de media, de opiniemakers en vele andere experten is er één doelstelling die omzeggens al onze problemen kan oplossen: een werkzaamheidsgraad van 80%. Tachtig procent van de mensen tussen 15 en 64 zouden een betaalde job moeten hebben. Vandaag is dat zowat 73% met grote regionale verschillen (Vlaanderen: 78%, Wallonië en Brussel zowat 62%). Er zijn bijna 320.000 werklozen, bijna 6%, en bijna de helft is dat al langer dan twee jaar. Er zijn zowat 170.000 openstaande vacatures.

Alle maatregelen ten spijt ziet men ook dat alle grafieken de laatste jaren nogal vlak zijn, dat er weinig evolutie in de structuur van de arbeidsmarkt zit. De meeste ingrepen zijn dan ook eerder statistisch: schrappen van de helft van de werklozen, activeren van langdurig zieken, verplichte scholing, … Velen gaan van de arbeidsmarkt naar de bijstand: er zijn zowat 164.000 mensen met een OCMW-leefloon in België en daar komen er per 1 januari 2026 een pak bij. Maar aan de structuur van onze economie wordt weinig gedaan en daar wringt het schoentje.

SOCIAAL CONTRACT

Het arbeidsmarktbeleid dateert in feite van na de Tweede Wereldoorlog. Het steunde initieel op een sociaal contract, een afspraak tussen ondernemers en de werknemersorganisaties om de wederopbouw van de economie te richten op een steeds stijgende arbeidsproductiviteit. Dat was voor de arbeidersbeweging iets nieuws. Loonarbeid is nooit als geluksbrenger beschouwd. De arbeiders deden het voor een inkomen en liefst met een gematigde inspanning. Zolang de economie draaide op thuisarbeid, kleine manufactures of artisanale ateliers organiseerden en controleerden de vakmensen zelf hun inspanning.

Daar kwam verandering in met het machinisme. De invoering van het bandwerk, tijdsmanagement, Taylorisme, verhoogde ritmes, industriële massaproductie, ploegenarbeid, het ging allemaal gepaard met het wegnemen van de arbeiderscontrole op het werk en de werkritmes. Modern Times van Charlie Chaplin steekt de draak met dat bandwerk. En de stijgende productiviteit zonder evenwaardige stijging van de koopkracht leidde tot de diepe crisisjaren 1929 en later. Vandaar dat Keynes een economisch beleid bepleitte tegen de overproductiecrisissen waarbij de overheden zorgden voor het op peil houden van de vraag, door loonsverhogingen of door openbare investeringen.

Akkoord om harder te werken, maar dan wel in ruil voor verkorting van de arbeidstijd, hoger loon en uitbouw sociale zekerheid.

Die economische visie was de basis van het naoorlogs sociaal contract. Akkoord om harder te werken, maar dan wel in ruil voor verkorting van de arbeidstijd, hoger loon en uitbouw sociale zekerheid. Het patronaat kreeg in ruil een steeds meer geautomatiseerde groei-economie. De "golden sixties". Het Fordisme. Tot de eerste recessie in het midden van de jaren 1970 de groei deed stokken. De keynesiaanse maatregelen bleken onvoldoende. De nieuwe Vlaamse economie (chemie, petrochemie, automobielassemblage, haven…) trok wel nog aan. De oude Waalse industrie (kolen, staal- en metaal) was onvoldoende vernieuwd en sukkelde in een slepende crisis. De elites verkozen een communautaire staatshervorming boven een echt relancebeleid.

CONTRACTBREUK

Dat is ook het moment dat de ondernemers het welvaartsarrangement opblazen en kiezen voor een neoliberaal monetarisme. Niet de sociale onderhandelingen, de collectieve arbeidsovereenkomsten, maar de rentabiliteit van de bedrijven moet de economie sturen. Werkgevers dienen immers niet om werk te geven, maar om het geld van de aandeelhouders te laten renderen. De concurrentiecapaciteit van bedrijven op een steeds meer globale markt wordt de richtlijn voor beleid. En daartoe moet de loonkost worden ingeperkt. Vandaar dus loonstop, aanvallen op de index, aantasting van de sociale zekerheid en vooral langer en intensiever werken voor hetzelfde geld!

Dat beleid leidde tot een grondige herstructurering van de arbeidsmarkt. Langer en flexibeler werken. Deskilling: steeds meer geschoolde arbeid voor relatief minder geld. Jobloss growth: zelfs met economische groei gingen banen verloren. Structurele werkloosheid voor laaggeschoolden. Blokkering CAO's, loonstop. Omzetting van loonarbeid in zelfstandige contracten. Reorganisatie van bedrijven in financiële kerneenheid met vele onderaannemers. Opdrijven work and spend-cycle.

De overlegeconomie en de welvaartsstaat werden ondergeschikt aan de privatisering, deregulering, flexibilisering en de markt.

Die vrij brutale herstructurering zette de gehele arbeidersbeweging onder zware druk. De sociale structuur werd nederlaag na achteruitgang omgebouwd. De overlegeconomie en de welvaartsstaat werden ondergeschikt aan de privatisering, deregulering, flexibilisering en de markt. De grote sociale organisaties zijn er niet in geslaagd een tegenzet te vinden en werden meer verdedigers van verworvenheden dan ontwerpers van nieuwe sociale vooruitgang. De sociaaldemocratische partijen zetten hun vervelling in van socialisme, naar Derde Weg-marketeers en activeringsagenten. Ze werden partners in het neoliberale concurrentiedenken en hoopten zo ooit de groei van de jaren 1960 terug te vinden. Maar dat bleek ijdele hoop vanwege de globalisering naar lageloonlanden en vanwege de ecologische grenzen aan de groei.

De arbeidssociologie veranderde grondig. Van een algemene tewerkstelling en een regelmatige jaarlijkse groei, werd de samenleving opgedeeld in performante loonarbeid die "nieuwe middenklasse" werd genoemd en precaire tijdelijken die onderbetaald de ongewilde klussen moesten opknappen. Een dualisering die men tot vandaag niet is te boven gekomen en één van de grote problemen is om die verhoopte 80% te halen.

VERSCHRAALD MAATSCHAPPELIJK DEBAT

De discussies bleven gevat in de naoorlogse schema's. Zo was er een interessant debat over het verband tussen de kwaliteit van de arbeid en van het leven. De enen bekritiseerden de dehumanisering van het werk en bepleitten meer aandacht voor menselijke werkomstandigheden door economische democratie en arbeiderscontrole. De anderen argumenteerden dat de toegenomen arbeidsproductiviteit moest leiden tot steeds verkorte arbeidsduur en dat we uiteindelijk (dat werd al voor de jaren 1980 voorspeld!) naar een vrijetijdsmaatschappij zouden evolueren. Dan zou het goede leven zich vooral buiten de arbeidstijd afspelen.

Zowel de vermenselijking van de arbeidsvoorwaarden als de arbeidstijdverkorting (zie de strijd voor de 35- of de 30-urenweek) kwamen er niet. Dan verschoof het debat naar ontsnappingsroutes: het voorstel van de invoering van een basisinkomen (waardoor mensen minder afhankelijk zouden worden van loonarbeid) of de discussie over onthaasting (waarbij mensen uit de ratrace konden stappen). Het is opvallend dat die discussies niet zozeer in de arbeidersbeweging werden gevoerd, maar daarbuiten werden aangestuurd door de groene stroming.

De pletwals van de neoliberale hegemonie heeft al de discussies over een andere verhouding tot de menselijke arbeid vermorzeld.

Maar de pletwals van de neoliberale hegemonie heeft al die discussies over een andere verhouding tot de menselijke arbeid vermorzeld. De Z-generatie of de generatie Alfa werd gevormd in het egocentrische individualisme, zelf verantwoordelijk voor het eigen leven, flexibel en ondergeschikt aan de ratrace, niet langer betrokken bij de klassenstrijd. Er werd hen ook geen alternatief maatschappelijk project voorgehouden. TINA dus: There is no alternative. Vooral ook omdat het maatschappelijk debat zienderogen is opgeschoven naar rechts op zoek naar haalbare argumenten om medemensen eruit te gooien: migranten, werklozen, zieken, andere culturen en talen, contestanten, … Een uiterst rechtse agenda die haar vruchten heeft afgeworpen: vandaag stellen respectabele opiniemakers mensenrechten, rechtstaat en verworvenheden in vraag en vervoegen ze het Nieuwe Orde denken. Zelfs het democratisch model moet op de schop.

NIEUWE CONTEXT

Intussen is de economie en de arbeidsmarkt grondig veranderd. Het geld en het (multinationaal) financiekapitaal domineren. De economie is er niet om maatschappelijke behoeften te vervullen, ze dient om private aandeelhouders te dienen. De geproduceerde rijkdom wordt steeds meer van loonmassa verschoven naar investeerders. Behoeften moeten worden omgezet in koopkrachtige vraag om de markt enigszins te beroeren. Menselijke arbeid dient in die omstandigheden minder dan ooit tevoren een missie, een roeping, een opdracht. Dat alles worden bijproducten van rentabiliteit, efficiëntie en output. Het activeringsbeleid, waarbij mensen zich moeten schikken in de mal van de arbeidsmarkt, wordt stelselmatig tegengewerkt door afdankingen, bedrijfssluitingen en rationalisaties. Die ombouw van de beschikbare arbeid zal nog een ongeziene boost krijgen met de veralgemening van AI. Duizenden zullen hun vaardigheden en dus hun job verliezen. En vermits dat allemaal in privaat bezit zal gebeuren, zullen slechts enkelen er beter van worden.

De keuze is: de bevolking verarmen ten voordele van de concurrentiecapaciteit of het economisch model structureel herbekijken.

En net in die omstandigheden worden steeds meer mensen ongeschikt voor de arbeidsmarkt: burn-out, stress, tijd te kort, laaggeschoold, zingeving, langdurig ziek, weggerationaliseerd … En door de steeds hogere eisen voor tewerkstelling zal dat aantal nog toenemen. En zo staat een ondergefinancierde sociale zekerheid op de helling. En vandaar zijn budgetdiscussies (in Arizona, Vlaanderen en Brussel!) geblokkeerd. Want de keuze is: de bevolking verarmen ten voordele van de concurrentiecapaciteit of het economisch model structureel herbekijken (en vooral de verhouding tussen markt, staat en commons). Het ene is de keuze van rechts, het andere wordt uit de aandacht gehouden.

Zonder een grondige ideologische herbronning via een kritiek op arbeidsmarktbeleid en economische verhoudingen ligt de weg open naar een autoritaire staat, de uitbouw van een militair luik aan de economie, een verdere disciplinering van de werkende bevolking, een aantasting van de sociale bewegingen en een achteruitgang van de levensstandaard. Op de rem staan bij de uitvoering van het radicaal-rechtse project blijkt niet bij te dragen tot die zo noodzakelijke herbronning. Het draagt alleen bij tot de verwarring en de moedeloosheid.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.