Abonneer Log in

Waarom ik praat over Omgroei, niet over Degrowth

  • Dirk Holemans - Auteur en coördinator Denktank Oikos
  • 29 juni 2023

We gaan de richting van onze economie radicaal moeten ombuigen, waarbij een aantal zaken zullen verminderen of stopgezet worden, en heel wat andere zaken meer ruimte zullen krijgen.

In een recent stuk voor Samenleving & Politiek vuurt Francine Mestrum een waslijst aan vragen af op bijdragen van Daan De Zutter en mezelf die uitleggen waarom de huidige economische groei onhoudbaar is. Aanleiding is de erg succesvolle Beyond Growth conferentie die midden mei plaatsvond in het Europees Parlement. Dat is op zich al opmerkelijk en een signaal voor een belangrijke verschuiving in het publieke debat: vijf politieke families die samen een conferentie organiseren over een uitdagend thema (het huidig economisch model radicaal in vraag stellen), met 3.000 deelnemers waarvan – en dat was voor mij erg hoopvol - zeker de helft jonge mensen.

De vele vragen van Mestrum zijn erg welkom, ze kunnen enkel maar toelaten om het noodzakelijke alternatief voor een groeiverslaafde economie zo helder mogelijk neer te zetten. Tegelijk blijkt uit het stuk van Mestrum jammer genoeg ook een onvoldoende besef van de ernst van de ecologische crisis en hoe kwetsbaar onze levensondersteunende systemen wel zijn. In wat volgt ga ik verder in op deze twee punten.

GEEN DEGROWTH, MAAR OMGROEI

Mestrum heeft overschot van gelijk dat de vele vlaggen – degrowth, postgrowth, beyond growth, economie van het genoeg – verwarrend werken. En ook dat de term degrowth (krimp) niet motiverend werkt, en zo een makkelijk doelwit vormt voor diegenen die de huidige status quo willen verdedigen. Belangrijk daarbij is wel de achtergrond te weten van de reden waarom destijds de term degrowth is gekozen voor een nieuwe beweging en benadering. De term is gekozen als een 'bulldozer-term', die het debat openwringt en onmogelijk gerecupereerd kan worden door bijvoorbeeld groene groeiaanhangers. Want dat is ondertussen gebeurd met de term duurzaamheid: alles is nu ongeveer duurzaam verklaard, tot en met koffiemachines die werken met wegwerpcapsules of luchthavens die zonnepanelen op hun dak hebben geïnstalleerd.

Uiteraard hoeft in een aantrekkelijk toekomstperspectief niet alles te krimpen.

Ik denk dat dus de term degrowth heeft gewerkt. Maar het nu tijd is om een andere vlag die mensen meteen aanspreekt, en duidelijk aangeeft welke lading de vlag dekt. Want uiteraard hoeft in een aantrekkelijk toekomstperspectief niet alles te krimpen, want er zijn zo veel zaken waar verschillende gemeenschappen op verschillende plaatsen in de wereld tekort aan hebben. In hoge-inkomenslanden zoals België gaat dat bijvoorbeeld over te weinig openbaar vervoer, natuur en open ruimte, bevrijde tijd (die niet onderworpen is aan de dwang van werk- en consumptiedruk), betaalbare en energiezuinige woningen, kwaliteitsvolle en toegankelijke kinderopvang. Daar staat tegenover dat we een land zijn dat veel te veel broeikasgassen en afval produceert, te veel mensen vallen uit door te hoge werkdruk, te veel auto's zorgen voor ellenlange files, enzovoort

Lage-inkomenslanden in het Globale Zuiden ontberen nog, naast een waardig inkomen voor alle inwoners, veel essentiële infrastructuur, zoals scholen, ziekenhuizen en treininfrastructuur. Dat is voor mij ook de belangrijkste reden waarom degrowth niet de term kan zijn voor een nieuwe internationale beweging en narratief. Verder is het vooral aan de landen in het Globale Zuiden zelf om in te vullen hoe ze een postgroei samenleving willen vormgeven. Democratisch de toekomst vormgeven, is een kernpunt van het nieuwe toekomstperspectief.

Conclusie: er is een nieuwe vlag nodig, en ere wie ere toekomt, Willy De Backer – gewezen hoofdredacteur van EurActiv – heeft in ons taalgebied de term Omgroei gelanceerd. En die vlag dekt volledig de lading: we gaan de richting van onze economie radicaal moeten ombuigen, waarbij een aantal zaken zullen verminderen of stopgezet worden (gebruik van fossiele brandstoffen) en heel wat andere zaken meer ruimte zullen krijgen (zoals agro-ecologische landbouw). Zoals Mestrum schrijft: 'je woorden moeten zeggen wat je bedoelt', en dat doet de term omgroei.

WAAR IS DE HAALBARE STRATEGIE?

In het vervolg van haar stuk vraagt Mestrum zich af waar de haalbare strategie is. Daaruit blijkt jammer genoeg dat ze nog maar weinig inhoudelijke essays of boeken over Omgroei heeft gelezen. Als ze bijvoorbeeld beweert 'dat heel de mondiale context ontbreekt', dan kan ik enkel besluiten dat ze de bestseller Minder is meer van Jason Hickel niet heeft gelezen. Dat boek verweeft op grondige wijze een dekoloniseringsperspectief met een grondige kapitalismekritiek. Ook zijn wetenschappelijke artikels gaan steeds over de verschillen tussen verschillende landengroepen in de wereld, zoals bijvoorbeeld over de historische uitstoot van broeikasgassen van de al langer geïndustrialiseerde landen.

Tegelijk heeft Mestrum een pertinent punt; ook de Omgroei-gemeenschap is zich daarvan bewust. Niet toevallig verscheen afgelopen jaar het boek Degrowth & Strategy. How to bring about social-ecological transformation, het resultaat van een congres in Wenen en samenwerking van tal van onderzoekers en activisten uit heel wat landen. In dat boek spreken ze over het belang van drie strategieën, die op verschillende plekken in verschillende combinaties tot een adequate strategie kunnen leiden. Het gaat om nieuwe initiatieven en instituties bouwen in de plooien van het bestaande systeem (interstitiële transformatie, denk aan commons zoals burger-energiecoöperaties), het stoppen of omverwerpen van delen van het systeem (brekende transformatie, denk aan bezetten van een bos om de aanleg van een nieuw vliegveld tegen te houden), en samenwerken met het bestaande systeem (symbiotische transformatie, denk aan campagnes en gesprekken die ertoe leiden dat regeringen sterker klimaatbeleid gaan voeren).

Wat nog grotendeels ontbreekt, is hoe de machtsopbouw kan verlopen om deze strategieën te doen slagen.

Wat in het boek nog grotendeels ontbreekt, is hoe de machtsopbouw kan verlopen om deze strategieën te doen slagen. Hickel legt de nadruk op de samenwerking tussen vakbonden en milieu- en klimaatbewegingen. Ik wil dat uitbreiden, en het belang benadrukken van een front van alle emancipatorische bewegingen, met dus ook bijvoorbeeld bewegingen als Black Lives Matters. Zoals de ecofeministische filosofe Val Plumwood al schreef in de jaren 1990: 'Als vier tektonische platen van de bevrijdingstheorie – die zich bezighouden met de onderdrukkingen van geslacht, ras, klasse en natuur – eindelijk samenkomen, kunnen de resulterende bevingen de conceptuele structuren van onderdrukking door elkaar schudden tot in het fundament'.

BESEFFEN WE WEL DE ERNST VAN DE ECOLOGISCHE CRISIS?

Jammer genoeg moet ik ook vaststellen dat Mestrum zich onvoldoende bewust is van de ernst van de ecologische crisis. Die gaat niet alleen over de klimaatontwrichting, maar evenzeer het ineenstorten van ecosystemen, de verzuring van de oceanen, de verspreiding van persistente chemische stoffen, enzovoort. Wetenschappers stellen zelfs dat het ineenstorten van de biodiversiteit een acuter gevaar is dan de klimaatontwrichting. En het grondstoffengebruik is de grootste drijvende kracht achter de biodiversiteitscatastrofe. En tot op heden is er een lineair verband tussen de economische groei zoals we die vandaag meten en mondiaal grondstoffenverbruik.

Je afvragen, zoals Mestrum doet in haar stuk, 'of er in de chemische sector in Antwerpen wel producten worden gemaakt die we totaal niet nodig hebben?' is al te vrijblijvend. Ten eerste is dat antwoord niet ver te vinden (productie van wegwerk plastic verpakkingen bijvoorbeeld). Ten tweede is de essentiële kwestie: kunnen we ons als mensheid nog een industrie veroorloven die quasi volledig draait op fossiele brandstoffen? En zo nee, hoe zien we dan een eerlijke transitie naar productiewijzen en nieuwe sectoren die passen binnen een regeneratieve economie, die in plaats van de natuur te beschadigen meervoudige waarde creëert?

We zullen minder moeten vliegen. Met een typisch Omgroei-voorstel, zoals de veelvliegertaks, kunnen we dat op een rechtvaardige wijze regelen.

Ook de stelling van Mestrum dat ze geen voorstander is van minder vliegen, verbaast. Vijf minuten opzoekwerk op internet en je vindt niet alleen de aanzienlijke uitstoot van de vliegsector, maar evenzeer de ongelijke verdeling van vliegtuigreizen. We zullen minder moeten vliegen. Met een typisch Omgroei-voorstel, zoals de veelvliegertaks, kunnen we dat op een rechtvaardige wijze regelen.

OMGROEI IN 250 WOORDEN

Ik besluit dit stuk met een heel korte poging om het Omgroei-toekomstbeeld aantrekkelijk voor te stellen. We zijn ons bij Denktank Oikos bewust van de noodzaak om dit uit te schrijven tot een wervend verhaal, dat gebeurt ook in de vorm van het essay Omgroei dat in november bij EPO verschijnt. Maar voor ik de lezer meeneem in de korte poging, een vraag voor Mestrum: ik hoop dat ze al begin van antwoorden in dit stuk heeft gevonden, en ik nodig haar uit om van een betrokken buitenstaander te evolueren naar een meedenkende medestander.

En nu, Omgroei in 250 woorden. Stel je voor dat we beslissen dat alle producten minstens dubbel zo lang meegaan. Dan hebben we dus maar de helft aan grondstoffen en energie nodig. Dat betekent dat we minder koopkracht nodig hebben, om al die spullen te kopen. En onze roofbouw in het Globale Zuiden (mijnbouw, kleren gemaakt in uitbuitfabrieken) vermindert radicaal zodat deze landen der ruimte krijgen om een economie uit te bouwen die ten goede komt van de lokale bevolking, met heel wat minder natuurvernietiging door mijnbouw.

Bij Omgroeien voeren we een stevige arbeidsduurverkorting in. We werken minder, omdat we niet langer voortdurend nieuwe spullen moeten kopen.

Critici zullen opwerpen: ja maar, als we minder produceren, zijn er toch minder jobs. Dat klopt zeker voor bepaalde productiesectoren en dat is geen probleem, maar integendeel een deel van de oplossing. Want we voeren een stevige arbeidsduurverkorting in. We werken minder, omdat we niet langer voortdurend nieuwe spullen moeten kopen, en toch krijgen we zo met minder (met loonarbeid verdiende) koopkracht zicht op meer bevrijde tijd. Zo is er meer tijd om zorg te dragen voor elkaar en onze leefomgeving, en valt heel wat stress weg. Tegelijk willen we alle spullen herstellen, dat geeft zich een groeiende hersteleconomie die heel wat jobs creëert, voor divers geschoolde mensen. Er is dus werk genoeg voor wie wil werken, zonder dat er sprake is van verplichting. Voeg daaraan toe de uitbouw van toegankelijke universele basisdiensten, waarbij het niet alleen gaat over bestaande publieke dienstverlening als gezondheidszorg maar ook toegang tot een betaalbare en energiezuinige woning voor iedereen, en we leven in een ander land. Waar veel mensen voor willen kiezen.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.