Abonneer Log in

Weg met de huishoudboekjeswijsheden van fiscale alarmisten

Het is een populaire misvatting dat de overheidsfinanciën werken ‘zoals een gewoon huishoudboekje’ en dat de overheid haar centen moet beheren ‘zoals een goede huisvader’.

© Wikimedia Commons

‘Het geld is op en we kunnen geen cadeautjes meer uitdelen’: een recente tweet van Geert Noels volstaat om het Vlaamse economische opinieklimaat te schetsen. Een spilzieke overheid en een budgettaire krater nopen tot besparingen, punt aan de lijn. Zo klinkt het quasi unisono in het commentariaat. Dit fiscaal alarmisme is overdreven, onproductief, eenzijdig én teert op een populaire misvatting van overheidsfinanciën.

Van Europese fiscale regels, ophef rond de staatsbon, tot verkiezingsplannen voor werktijdverkorting: opiniemakers draaien overuren om de armlastigheid van de Belgische Staat te benadrukken. 'Drijfzand', 'hartinfarct', 'botsing', 'ijsberg' en 'storm' lijken hierbij de meest geschikte hyperbolen om de Vlaamse geesten opnieuw warm te maken voor een ijskoud besparingsbad.

CORONA-KEYNESIANISME ALWEER VOORBIJ

Corona leek het (telkens gefaalde) idee dat austerity nodig is om de sputterende economische motor aan de praat te krijgen, te doorprikken. Tijdens de Covid-crisis prioriteerden overheden volop werkgelegenheid en het in stand houden van de economie via onder meer gegarandeerde leningen aan private bedrijven en ruime sociale uitgaven. Tegelijkertijd bleek er een duidelijk nood aan publieke investeringen in infrastructuur, gezondheidszorg en andere essentiële sectoren. Deze korte periode van ‘Corona-Keynesianisme’ creëerde even momentum voor een slagvaardige en groene investeringsstaat.

Terwijl de hele wereld net investeert in productieve capaciteit, leeft bij ons nog de fictie dat de slabakkende economie gebaat is bij een kaalslag.

Een renteverhoging en energiecrisis later lijken de publieke schulden en ‘ontsporende’ begroting echter opnieuw dé prioriteit in Vlaanderen. Terwijl de hele wereld net investeert in productieve capaciteit – gaande van de VS, China en, ja ook, Rusland helaas – leeft bij ons nog de fictie dat de slabakkende economie gebaat is bij een kaalslag: lagere lonen, lagere prijzen en lagere schulden zouden dan onze competitiviteit en het ondernemersvertrouwen herstellen om zo ‘spontaan’ aan te knopen met economische groei. Eerst snijden in eigen vlees dus.

FISCALE ALARMISTEN SLAAN VALS ALARM

Fiscale alarmisten zoals Stijn Baert, Peter De Keyzer of Geert Noels zwaaien steeds met dezelfde cijfers en grafiekjes die erop zouden wijzen dat we linea recta op een schuldencrisis afstevenen. De schuldgraad – het totaal aantal schulden in verhouding tot het bbp (de marktwaarde van alle goederen en diensten die op één jaar worden geproduceerd) – geldt hierbij als dé indicator voor de ‘houdbaarheid’ van de schulden.

Europese fiscale regels

De geponeerde kantelpunten zoals 60% en 90% schuldgraad – arbitrair vastgelegd door de Europese Commissie – missen echter elke empirische basis. Ook de projecties voor België, waarbij de schuldgraad zou oplopen tot 129%, zijn op zich niet alarmerend. Japan zit aan 255% en is niet meteen een sociaaleconomisch kerkhof. Voor een uitgebreide kanttekening bij de ‘magische Maastrichtcijfers’ en de hieraan gekoppelde Europese begrotingsregels, lees de uitstekende analyse van Denktank Minerva: ‘Een kritische evaluatie van de ‘nieuwe’ Europese begrotingsregels’.

De projecties voor België, waarbij de schuldgraad zou oplopen tot 129%, zijn op zich niet alarmerend. Japan zit aan 255% en is niet meteen een sociaaleconomisch kerkhof.

In het kort: de belangrijkste parameter voor de houdbaarheid van onze schuld is de gemiddelde rente die moet worden betaald op onze schulden. Zolang deze rente onder de nominale groei van ons bbp blijft evolueren, gaat de schuldgraad naar een stabiel niveau en is er geen sprake van een rentesneeuwbal. In alle huidige projecties blijft deze rente lager dan de groei, waarbij de verwachting is dat de rente nog verder zal zakken (gelet op onder meer het gigantisch spaaroverschot in de wereld).

De staatsbon

Neem het gedoe over de staatsbon. Terwijl er moord en brand geschreeuwd wordt over de onhoudbare staatsfinanciën, vertrappelt de Belg zich om diezelfde kas zijn of haar spaargeld toe te vertrouwen. Ook de grote, institutionele jongens staan in de rij om geld te mogen lenen: bij de laatste uitgave van een overheidsobligatie op 30 jaar voor 5 miljard euro werd er voor meer dan 60 miljard euro geboden, een nieuw record.

De kredietwaardigheid van België is uitstekend en wordt gestut door de Europese Centrale Bank.

Kortom, er zijn geen marktsignalen – ook geen sterk stijgende spread met Duitsland – die op een fundamenteel probleem wijzen. De kredietwaardigheid van België is uitstekend – zie ook de ratings van kredietbeoordelaars – en wordt gestut door de Europese Centrale Bank, die intussen afdoende bewees op te treden als ultieme geldschieter indien nodig.

Multiplicatoreffecten

Ten slotte houden de fiscale alarmisten in hun besparingsnarratief ook geen rekening met de zogenaamde multiplicatoreffecten: productieve overheidsinvesteringen (zoals in groene technologie) kunnen voor een grotere bbp-toename zorgen dan de oorspronkelijke som die besteed wordt. Extra investeringen zouden zichzelf dan niet alleen terugverdienen, maar op termijn ook de schuldgraadpositie kunnen verbeteren.

DE HUISHOUDEN-ANALOGIE IS BEDRIEGLIJK

Rest de vraag dan hoe begrotingsfetisjisten er in slagen om de onafwendbaarheid van pijnlijke, onproductieve besparingen telkens in de Vlaamse hoofden te beitelen.

‘We hebben boven onze stand geleefd’, ‘we moeten de tering naar de nering zetten’, ‘we hebben te lang op de poef geleefd' of het eerder vermelde ‘het geld is op’: bijna dagelijks verschijnt wel een opinie, column of editoriaal die doet geloven dat de overheidsfinanciën werken ‘zoals een gewoon huishoudboekje’ en dat de overheid haar centen moet beheren ‘zoals een goede huisvader’.

Deze zogenaamde huishouden-analogie is bijzonder simpel: de overheid moet minder uitgeven dan ze ontvangt. Zoniet wordt, zoals bij elk modaal gezin, haar schuld onhoudbaar en gaat ze failliet. Deze verleidelijke logica – die strookt met persoonlijke ervaringen van eenieder – is zodanig ingeburgerd geraakt in het publieke leven dat voorstellen voor de meest dringende uitdagingen van onze tijd – investeringen in onder meer huisvesting, publieke zorg en klimaatverandering – onbespreekbaar dreigen te worden. Wie gaat dat betalen? De moraliserende inslag van het schuldbegrip doet de rest.

Een individuele spaarder kan rijker worden, maar als we allemaal meer sparen, geven we samen minder uit en worden we collectief armer.

De huishouden-analogie is echter niet alleen heel simpel, maar ook bijzonder bedrieglijk. Vier dingen die men best onthoudt:

  • Wat geldt voor een individu of een gezin, geldt niet voor een economie als een geheel. Een individuele spaarder kan rijker worden, maar als we allemaal meer sparen, geven we samen minder uit en worden we collectief armer.
  • Omgekeerd geldt dat als we meer collectief lenen en uitgeven, dit positieve effecten op de hele economie kan sorteren, in tegenstelling tot een individueel huishouden.
  • Ten slotte beschikt de overheid – in tegenstelling tot de huishoudens – over een centrale bank die de rentekosten kan bedwingen.
  • Terzijde, zelfs in haar eigen termen klopt de huishouden-analogie niet. Denk maar aan al die gezinnen die een stevig veelvoud van hun jaarinkomen lenen voor een huis.

GEEN ONBEZONNEN STAATSUITGAVEN

Lees bovenstaande vooral niet als een vrijgeleide voor onbezonnen staatsuitgaven. Er zijn zeker en vast limieten aan wat een overheid kan doen. De limieten aan wat een overheid kan betalen, zijn echter veel minder dwingend dan wat de gemiddelde media-econoom met hun ‘huishoudboekjeswijsheden’ doen verstaan.

Laat ons daarom in de eerste plaats discussiëren over wat de overheid in de komende jaren moet doen, eerder dan het najagen van heilige begrotingshuisjes. Fiscaal fundamentalisme zal ons immers niet door de polycrisis loodsen.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.