Abonneer Log in

De stem van Gen Z: rechtse jongens en linkse meisjes?

  • Laura Jacobs - Onderzoeksgroep Media, Middenveld en Politiek (M²P), Universiteit Antwerpen
  • Joke Matthieu - Onderzoeksgroep Media, Middenveld en Politiek (M²P), Universiteit Antwerpen
  • Peter Van Aelst - Onderzoeksgroep Media, Middenveld en Politiek (M²P), Universiteit Antwerpen

Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 4 (april), pagina 14 tot 21

Zo'n 600.000 jongeren zullen op 9 juni voor de eerste keer hun stem uitbrengen. Daarmee kunnen ze een bepalende factor zijn, hoewel de rechtse jongens en de linkse meisjes elkaar mogelijks in evenwicht zullen houden.

Momenteel loopt op Streamz het tweede seizoen van Billie versus Benjamin. De populaire sitcom vertelt het liefdesverhaal van de linkse ‘trut’ Billie en de rechtse ‘zak’ Bejamin. Verder heeft Billie, die in de kringloopwinkel werkt, een nog linksere vriendin Marie die uitgesproken lesbisch en veganistisch is; terwijl Tommie, de beste vriend van Benjamin, niet verlegen is voor een racistische uitspraak en houdt van een goed stuk vlees op de BBQ. Dat de meisjes links en de jongens rechts zijn, lijkt niet toevallig gekozen, en aan te sluiten bij een aantal populaire opvattingen. Maar is er ook wetenschappelijk bewijs voor en, zo ja, zijn de verschillen in gender meer uitgesproken bij de jongste generatie van kiezers?

Op 9 juni 2024 trekken we met z’n allen naar de stembus voor de Europese, Vlaamse en federale verkiezingen. Tijdens deze stembusgang zullen ook heel wat ‘first time voters’ voor de eerste keer hun stem uitbrengen. Dit zijn naar schatting 608.000 jongeren die sinds de vorige verkiezingen in 2019 de stemgerechtigde leeftijd hebben bereikt. Bovendien zal er ook voor jongeren vanaf 16 jaar opkomstplicht gelden voor het Europees Parlement. Dit aantal wordt geschat op nog eens 280.000 bijkomende jongeren. Deze groep jonge kiezers – die gedeeltelijk overlapt met Generation Z, jongeren geboren tussen 1997 en 2012 – vormen vooralsnog onontgonnen terrein. Deze kiezers zullen nochtans mogelijk een belangrijke invloed hebben op de politieke krachtsverhoudingen op en na 9 juni, want ze maken maar liefst 8% uit van het kiezerskorps. Op basis van recent onderzoek trachten we – met de nodige voorzichtigheid – meer inzicht te geven in het stemgedrag van deze groep nieuwe kiezers.

RECHTSE JONGEREN?

‘Wie jong is en niet links, heeft geen hart. Wie oud is en niet rechts, heeft geen verstand.’ Dit politiek credo wordt toegeschreven aan Winston Churchill. Kiesonderzoek in andere West-Europese contexten bevestigde dat jonge kiezers iets vaker links stemmen en oudere kiezers iets meer rechts. Recent stellen onderzoekers en opiniemakers, geïnspireerd door buitenlands onderzoek of door de recente cijfers van het Jeugd Onderzoeksplatform (JOP), dat vandaag de dag jongere generaties disproportioneel meer verleid worden tot een stem voor radicaal-rechtse politieke partijen. Zo deed PVV van Geert Wilders in Nederland het goed bij het jongere kiespubliek, een trend die afweek van de vorige kiesuitslagen. In Duitsland verliezen de zogenaamde Volksparteien terrein aan de radicaal-rechtse AfD (Alternative für Deutschland). Ook daar suggereert recent onderzoek dat er in toenemende mate een kloof is tussen groene en rechtse kiezers, waarbij AfD garen zou spinnen bij de jeugd. AfD zet stevig in op de jongerenvleugel van de partij en op aanwezigheid op sociale media. Maar dat alle jongeren vallen voor radicaal-rechts gaat in tegen een andere trend, namelijk de opkomst voor meer diversiteit, gelijke rechten, en bezorgdheid voor het klimaat. Hier lijken het eerder meisjes te zijn die het voortouw nemen. Of zou het puur toeval zijn dat jonge vrouwen als Greta Thunberg het gezicht zijn geworden van het klimaatactivisme?

Volgens Sarah De Lange is er sprake van een genderkloof wat steun voor radicaal-rechts betreft en een link met het opleidingsniveau.

Volgens Sarah De Lange, expert in populisme, is er sprake van een genderkloof wat steun voor radicaal-rechts betreft en een link met het opleidingsniveau. Vooral lager geschoolde jongens zouden een gebrek aan toekomstperspectief percipiëren en dit zou mede kunnen verklaren waarom we dergelijke kloof observeren. Een hoger opleidingsniveau lijkt dan weer eerder samen te hangen met een meer egalitaire kijk op de samenleving.

ONZE STEEKPROEF BIJ JONGEREN

In een cross-sectionele survey uitgevoerd met Bpact bevraagden we met YouVoice een steekproef van 2.520 jongeren en volwassenen. Dit veldwerk vond plaats tussen 5 december 2023 en 11 januari 2024. De steekproef werd getrokken met als doel representatief te zijn voor de bevolking ouder dan 16 jaar in Vlaanderen voor leeftijd, gender, opleiding en regio. Omwille van het feit dat we voor deze grote groep nieuwe kiezers geen vorig stemgedrag hebben, moeten we extra voorzichtig zijn om deze data te interpreteren als een representatieve opiniepeiling. Zo lijken (potentiële) Groen kiezers enigszins oververtegenwoordigd in deze steekproef.

We vroegen elke deelnemer het volgende: ‘In Vlaanderen zijn verschillende politieke partijen actief. Kan je aangeven hoe waarschijnlijk het is dat je in toekomstige verkiezingen ooit voor onderstaande partijen zou stemmen?’ Dit werd gevolgd door een gesloten lijst van alle Vlaamse partijen die momenteel in de Kamer van Volksvertegenwoordigers zetelen: PVDA, Groen, Vooruit, CD&V, Open Vld, N-VA en Vlaams Belang. Vervolgens kon men aangeven op een 11-puntenschaal van ‘Heel onwaarschijnlijk’ (0) tot ‘Heel waarschijnlijk’ (10) hoe geneigd men is om op die partijen te stemmen.

Dit is de zogenaamde ‘propensity to vote’ (of PTV) meting, wat een andere soort vraagstelling is dan een directe vraag naar de kiesintentie die bevraagt op welke partij men zou stemmen als er morgen verkiezingen zijn. Bij de PTV-meting worden alle deelnemers gevraagd om voor elke partij aan te geven hoe waarschijnlijk het is dat ze ooit op een bepaalde partij zullen stemmen. Deze vraagstelling heeft twee voordelen ten opzichte van de klassieke stemvoorkeur vraag: we kunnen enerzijds zien wie een uitgesproken voorkeur heeft voor een partij maar er misschien niet op zal stemmen. Anderzijds kunnen we ook zien wie een uitgesproken aversie heeft tegen een partij en er dus allicht nooit op zal stemmen. Die aversie is niet of nauwelijks van belang voor de verkiezingsuitslag, maar zegt wel iets over de kans dat partijen bereid zullen zijn met elkaar in een coalitie te stappen.

BILLIE VERSUS BENJAMIN IN HET ECHT

FIGUUR 1 geeft allereerst de PTV weer voor alle bevraagde partijen. De donkere balken geven het percentage kiezers weer dat aangeeft waarschijnlijk voor de partij in kwestie te stemmen. Dit betreft respondenten met een score van 8, 9 of 10 op de PTV-meting. De lichte balken geven het percentage kiezers die waarschijnlijk nooit voor de partij zullen stemmen. Dit zijn respondenten met een score van 0, 1, of 2 op de PTV-meting.

We zien hierbij de hoogste percentages voor N-VA en Vlaams Belang, gevolgd door Groen en Vooruit. Zo geeft ongeveer 20% aan waarschijnlijk te stemmen voor Vlaams Belang. Tegelijk roept deze partij de hoogste aversie op, aangezien 61% aangeeft dat ze waarschijnlijk nooit voor deze partij zullen stemmen. Daarnaast valt ook de hoge ‘aversie’ percentages voor PVDA op. Typisch zien we voor meer radicale partijen een sterkere polarisering, maar ook traditionele centrumpartijen als CD&V en Open Vld roepen wat weerstand op. Enkel Vooruit kent opvallend minder weerstand bij de Vlaamse kiezer.

In volgende stappen bekijken we of er systematische verschillen zijn tussen de stemneiging enerzijds voor de verschillende generaties en anderzijds tussen mannen en vrouwen. We besteden daarbij extra aandacht aan een mogelijke genderkloof tussen verschillende generaties voor uitgesproken rechtse en linkse steun, uitgedrukt in partijvoorkeur. We onderscheiden vier grote generaties op basis van het geboortejaar (TABEL 1).

FIGUUR 2 geeft het percentage kiezers weer die waarschijnlijk zullen stemmen voor de partijen over de verschillende generaties heen. Het valt op dat vooral voor twee linkse partijen – in de eerste plaats Groen, gevolgd door Vooruit – een hoger percentage uit de jongste generaties (Gen Z en Millennials) aangeeft met grote waarschijnlijkheid voor de partij te stemmen. Voor N-VA tekenen we vooral hogere percentages op die waarschijnlijk voor de partij zullen stemmen onder de oudere generaties; de hoge percentages onder de ‘Interbellum en boomer’ generaties vallen hierbij op. Voor andere partijen zijn de trends minder eenduidig.

FIGUUR 3 laat de genderkloven zien in de neiging om voor een bepaalde politieke partij te stemmen. We vinden enkel significante verschillen tussen mannen en vrouwen voor de partijen Groen, N-VA en Vlaams Belang. Vrouwen geven vaker aan waarschijnlijk te gaan stemmen voor Groen, terwijl mannen significant vaker aangeven met grote waarschijnlijkheid te stemmen voor N-VA en Vlaams Belang.

Bovenstaande resultaten worden bevestigd in een regressieanalyse waarbij we, naast generaties en gender, ook controleren voor opleiding en politieke interesse.

FIGUUR 4 geeft nog eens alle percentages weer voor zowel lage als hoge waarschijnlijkheid om voor alle Vlaamse partijen te stemmen, uitgesplitst naar zowel gender als generatie. Daarin zien we dat verschillen tussen mannen en vrouwen erg uitgesproken zijn voor Generation Z in vergelijking met de andere generaties.

Ongeveer driekwart van de meisjes van de Gen Z geeft aan met grote waarschijnlijkheid nooit voor Vlaams Belang te zullen stemmen, tegenover 35% van de jongens.

Bij Gen Z geeft bijvoorbeeld 32% van de jongens aan met hoge waarschijnlijkheid voor Vlaams Belang te willen stemmen; voor meisjes bedraagt dit slechts 9%. Wat aversie betreft zijn de cijfers nog meer uitgesproken: ongeveer driekwart van de meisjes geeft aan met grote waarschijnlijkheid nooit voor Vlaams Belang te zullen stemmen tegenover 35% van de jongens uit dezelfde generatie. Ook bij de Millennials zien we eenzelfde trend, maar minder sterk. Gelijkaardige verschillen tussen jongens en meisjes zien we terug bij N-VA. Voor andere partijen zijn dergelijke genderverschillen per generatie veel minder aanwezig. Bijvoorbeeld bij Groen en Vooruit zijn meisjes uit Gen Z sterker geneigd om op deze partijen te stemmen, al is het verschil met jongens minder uitgesproken. Bij Groen lijkt de genderkloof eerder te zitten bij de oudere generaties met name de Interbellum- en boomergeneratie. Het valt trouwens op dat niet alle linkse partijen meer aantrek hebben bij (jonge) vrouwen, want PVDA scoort onder Gen Z jongens net iets beter dan bij meisjes. In onze regressieanalyse zien we dit sterke interactie-effect tussen generatie en gender vooral voor Vlaams Belang bevestigd.

OP ZOEK NAAR VERKLARINGEN

Gen Z jongens rapporteren dus een hogere neiging om voor Vlaams Belang en N-VA te stemmen dan meisjes uit dezelfde generatie. De genderkloof in partijvoorkeur is veel groter bij Gen Z in vergelijking met de andere generaties. Linkse partijen zoals Groen en Vooruit zijn populairder bij jonge vrouwen, maar het verschil met jonge mannen is minder uitgesproken dan bij rechtse partijen. Benjamin en Billie bestaan dus in het echt, al vinden we meer bewijs voor het personage van Benjamin dan voor het personage van Billie.

Meisjes zijn meer bezorgd om andere thema’s dan jongens zoals klimaat versus migratie, zijn vaak ook hoger geschoold, maken andere keuzes in hun levensstijl en delen andere waarden.

Om een beter zicht te krijgen op de redenen voor deze genderkloof is er nood aan meer diepgaande analyses. Allicht spelen verschillende factoren een rol. Zo zijn meisjes meer bezorgd om andere thema’s dan jongens zoals klimaat versus migratie, zijn ze vaak ook hoger geschoold, maken ze andere keuzes in hun levensstijl en delen ze andere waarden. Allicht speelt ook het sociale mediagebruik van jongeren een rol. Zo geeft driekwart van Gen Z aan om dagelijks Instagram te gebruiken en bijna de helft TikTok. Overigens blijken jongens uit Gen Z iets vaker YouTube te gebruiken en meisjes Instagram.

Mogelijk nog belangrijker is dat jongens en meisjes andere politici en rolmodellen volgen op deze sociale media. Zo hebben influencers die spreken over genderrollen, zoals Andrew Tate, een groot bereik. Daarnaast is ook Greta Thunberg voor vele jonge vrouwen een mogelijks rolmodel. Hoe deze actoren op sociale media jongeren verder informeren en beïnvloeden, zullen we in het YouVoice project onderzoeken door een jeugdpanel van meer dan 3.000 jongeren te volgen doorheen de komende verkiezingscampagne.

Deze analyses vormen dan ook slechts een eerste stap waarbij de cijfers met voldoende omzichtigheid dienen te worden geïnterpreteerd. Maar dat vrouwelijke en mannelijke nieuwe kiezers niet op dezelfde manier naar de politiek kijken is wel zeker. En de kans dat zowel Billie als Benjamin tevreden zullen zijn met de uitslag op 9 juni lijkt ons klein.

Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 4 (april), pagina 14 tot 21

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.