Abonneer Log in

Ruimtelijke planning: denken over omgeving in Vlaanderen en Brussel

  • Jens Aerts - OSLUM | Office for Sustainable Land and Urban Management

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 1 (januari), pagina 69 tot 71

Brussel is de hoofdstad van Vlaanderen, maar staat als zwarte vlek vermeld op de plankaarten in het midden van Vlaams-Brabant.

Ruimtelijke planning: denken over omgeving in Vlaanderen en Brussel

Kobe Boussauw
Owl Press, Gent, 2024

De strijd om de ruimte in Vlaanderen is volop bezig. Die strijd is niet nieuw, maar in een verrommelde, dichtbevolkte en centraal in Europa gelegen regio maakt het van ruimtelijke planning bij uitstek een discipline in strategisch denken. Want in het Vlaams beleid, beïnvloed door een steeds meer gepolariseerde publieke opinie en gedomineerd door sectoren en belanghebbenden, komt ruimte steeds vaker centraal te staan: van kiezel in de schoen bij de stikstofcrisis tot stolp over de vooropgestelde bouwshift bij de invoering van het onbetaalbare instrumentendecreet. Maar vooraleer zich te mengen in het debat en aanbevelingen te maken, moet je in staat zijn te denken, met inzicht in droge feiten, basisconcepten, het landschap van actoren en de toolbox van instrumenten die ruimtelijke planning.

Kobe Boussauw is professor aan de VUB, verbonden aan de onderzoeksgroep Cosmopolis Centre for Urban Research en doceert er in de masteropleiding Stedenbouw en Ruimtelijke Planning. Met dit boek lost hij de verwachting in om de lezer te begeleiden bij het denken over ruimte en wat ruimtelijke planning moet, en had kunnen zijn. De vlotte maar ingehouden schrijfstijl ondersteunt het didactische karakter van het boek, dat ontsproten is uit de basiscursus Ruimtelijke Planning voor de studenten in de masteropleiding, waarvan velen terecht komen in lokale en regionale administraties. In die zin komt het boek uit op een uitgelezen moment, net wanneer een nieuwe Vlaamse regering en honderden nieuwe gemeente- en provincieraden zijn aangesteld. Als gedegen naslagwerk, met een rijk lexicon en een uitgebreide bibliografie is het niet enkel verplichte lectuur voor ruimtelijke planners in spe, maar ook voor alle nieuwe mandatarissen die vanuit hun bevoegdheden in aanraking zullen komen met vraagstukken die impact hebben op de ruimte, de maatschappij, de economie of de natuur om ons heen.

Over de inhoud en focus van het boek is goed nagedacht: niet de visie op zich, maar de bouwstenen om een visie te vertalen aan de hand van instrumenten en procedures staan hier centraal. Het boek is dus eerder informatief dan suggestief. Toch is het een boek dat middenin de praktijk en de huidige realiteit een plaats wil innemen. De auteur kiest er bewust voor om al vanaf de titel te spreken over ruimtelijke planning in plaats van ruimtelijke ordening. Ruimte plannen is een bewust handeling, terwijl ordenen eerder reactief of remediërend is. Het boek geeft goed weer dat die ruimtelijke planning een actieve rol speelt binnen de beleidsdomeinen waarover Vlaanderen beschikt, als sleutel bij uitstek naar duurzame ontwikkeling van onze ruimte en naar het streven van ruimtelijke kwaliteit van alle maatschappelijke activiteiten en programma’s. De ondertitel van het boek ‘Denken over omgeving’ verklapt ook dat het boek een brede inleiding tot ruimtelijke planning is, noodzakelijk om dan met kennis van zaken te kunnen omgaan met de enorme complexiteit van onze ruimte. Eerst denken en dan doen. Eerst aanlopen om dan verder te springen. De focus op denken belicht ook een zekere bescheidenheid en haast onmogelijkheid om effectief aan ruimtelijke planning doen, in een regio waar de koterijen een begrip zijn, zowel in het soms potsierlijke Vlaamse landschap als in het met achterpoortjes vertimmerde beleid.

Het boek creëert de brug tussen de universiteit, de praktijk en het beleid.

Doorheen het boek etaleert de auteur consequent de verschillende soorten planningsprocessen- en praktijken, de theorie, de historiek, ruimtelijke kengetallen, opgaves en instrumenten. Met zijn typische, droge, verhalende schrijfstijl, verweeft de auteur die feitelijke vaststellingen met typische patstellingen waarin we in onze regio zijn terechtgekomen. Door de obstructies en contradicties te omschrijven maakt het boek duidelijk dat investeren in ruimtelijke planning een meerwaarde is vanuit de technische, ruimtelijke opgave waarmee elke beleidssector wordt geconfronteerd, maar ook vanuit de methodieken rond multidisciplinaire procesvoering waarin ruimtelijke planners goed onderlegd zijn. De ruimtelijke planner wordt immers bewust breed gevormd, als procesgebeleider en ruimtelijke bemiddelaar tussen de specialisten die actief zijn in de verschillende sectoren. Het boek, tot stand gekomen met de vakvereniging van Nederlandstalige planners VRP, creëert zo bewust de brug tussen de universiteit, als baken van kennis en specialisatie, en de praktijk en het beleid, waar een breder landschap van sleutelactoren aan zet is om de complexe ruimte te beheren, te transformeren en te plannen.

Na een brede inleiding beschrijven vier thematische hoofdstukken de impact van sectoren op de ruimte, door hun inname van ruimte, toekomstige noden, sectorspecifieke instrumenten: wonen, economie, landschap en mobiliteit. Hier wordt ruimtelijke planning uitgedaagd en bevraagd. Ruimtelijke planning als discipline lijkt hier plots te verworden tot een reus op lemen voeten, Vlaanderen op zijn best: een feitelijk woonbeleid dat zich eerder op investeerders dan op behoevende bewoners richt, het dogma van de bescherming van landbouwgebied in plaats van een regulerend beleid dat meer open ruimte creëert, de paradox van de verloedering van stationswijken in compacte steden die nochtans het meest duurzaam, toegankelijk en verkeersveilig zijn.

Het laatste hoofdstuk beschrijft het arsenaal aan planningsinstrumenten waarover gewesten, provincies en gemeentes beschikken. Gerangschikt van strategisch naar operationeel, schetst de auteur hoe vanuit een historisch perspectief gekomen is tot een arsenaal aan instrumenten die focussen op visievorming, op de planning en bestemming, op de vergunning en op de handhaving. Des te enthousiasmerend de beschrijving over het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen van 1997 ook is, des te tragischer is het om vast te stellen dat het dertig jaar later nog steeds wachten is op het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) als een volwaardige opvolger. In 2018 werd werd de strategische visie van het BRV wel al goedgekeurd door de Vlaase regering, maar de voorbije legislatuur ging dus voorbij aan de wettelijk verankering. Terwijl de provincies Vlaams-Brabant en Antwerpen en een aantal gemeente al beschikken over een goedgekeurd ruimtelijk beleidsplan ‘nieuwe stijl’, loopt Vlaanderen schaamtelijk achter. Die achterstand vertaalt zich in de opeenvolging van crisissen rond mobiliteit, stikstof, landbouw, klimaatadapatie, betaalbaarheid. Het huidige regeerakkoord vermeldt de vaststelling van het BRV. Het valt te bezien of dit daadwerkelijk zal gebeuren, en of het plan voldoende slagkracht zal krijgen.

Waar zijn de instrumenten om een grootstedelijk regio, het hart van Europa, waar meer dan 3 miljoen mensen wonen, duurzaam te ontwikkelen?

Het boek maakt bewust sprongen naar de buren, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en ook Nederland. De link met Brussel is evident aangezien het nog steeds de hoofdstad van Vlaanderen is, maar tegelijkertijd als een zwarte vlek staat vermeld op de plankaarten in het midden van Vlaams-Brabant. Vanuit dat gegeven van Belgische absurditeit had het boek scherper mogen zijn: waar zijn de instrumenten om een grootstedelijk regio, het hart van Europa, waar meer dan 3 miljoen mensen wonen, duurzaam te ontwikkelen? In 2008 was er nog een economisch geïnspireerde visie voor een ‘Brussels Metropolitan’ vanuit de drie regionale en federale interprofessionele werkgeversorganisaties (Beci, Voka, UWE en het VBO). Het was een verdienstelijk pleidooi voor een gezamelijke ontwikkelingsstrategie tussen de federale en de drie gewestelijke overheden om Brussel als grootstedelijk en internationaal centrum beter te valoriseren, met de ambitie om meer jobs te creëren). Sindsdien is elke idee dat maar de schijn heeft naar de uitbreiding van Brussel in de kiem gesmoord. Interregionale samenwerking uitgedund tot ambtelijke oefeningen rond visievorming en project-gerelateerd overleg.

Samen en gebiedsgericht plannen, over administratieve grenzen en sectorale logica’s heen, is niet evident. Hier lijkt de ruimtelijke planner op de grenzen van de mogelijkheid van procesvoering te stoten. Hoewel, wat er gebeurt met Oosterweelverbinding, uitgedaagd door het burgerinitiatief Ringland, toont de noodzaak naar innovatieve planningskaders en processtructuren. In het boek ontbreekt die belangrijke dimensie over sleutelactoren, krachtsverhouding en beproefde methodieken om hiermee om te gaan. De wetgeving en het instrument van de Complexe Projecten wordt wel kort benoemd, maar niet uitgediept in voorbeelden van lopende trajecten, die er nochtans wel veelvuldig zijn.

Het boek biedt alle informatie en denkkaders aan om nu aan de slag te gaan met die noodzakelijke planning van onze rommelige en schaarse ruimte. Aan de ministers en lokale mandatarissen: lees u in en zet samen, niet per sector, de nodige stappen. Er is al veel visievorming gebeurd, instrumenten zijn er maar dienen aangepast te worden, dus waar wacht u op?

Jens Aerts

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 1 (januari), pagina 69 tot 71

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.