De aanval van Trump op de Amerikaanse universiteiten heeft duidelijke politieke motieven. Wat kunnen Europese academici, journalisten, universiteiten en staten doen om te helpen?

Harvard University, © Wikimedia Commons
Amerikaanse universiteiten liggen onder vuur. Terwijl de Trump-regering doet alsof ze universiteiten straft voor hun vermeende naleving van of steun aan “antisemitisme” (d.w.z. pro-Gaza demonstraties) en “anti-blank racisme” (d.w.z. Diversity, Equity and Inclusion initiatieven), zijn de echte doelwitten academische vrijheid en vrijheid van meningsuiting. Door achter de meest prominente en bevoorrechte universiteiten aan te gaan, zoals Columbia en Harvard, slaat men twee vliegen in één klap: media-aandacht bij de bevolking en angst bij de minder bevoorrechte universiteiten.
Met de aanval op Harvard slaat Trump twee vliegen in één klap: media-aandacht bij de bevolking en angst bij de minder bevoorrechte universiteiten.
Harvard heeft ondertussen de tegenaanval ingezet en verschillende rechtszaken aangespannen tegen de Trump-regering. Ook de rest van de wereld liet van zich horen, evenwel meestal zonder veel kennis over de specifieke kenmerken van de Amerikaanse academische wereld en zonder in de VS gevestigde academici te vragen wat ze nodig hebben. Het is duidelijk dat verschillende academici met verschillende uitdagingen te maken hebben – afhankelijk van hun geslacht en ras, hun wettelijke status, de staat waarin ze wonen en de universiteit waar ze werken.
In dit stuk geef ik enkele suggesties hoe we Amerikaanse universiteiten kunnen helpen. Side note: ik ben een blanke man, houder van een Green Card, en met ‘tenure’ werkzaam aan een openbare universiteit in een door de Republikeinen gecontroleerde staat.
Voor ik inga op de manieren waarop we Amerikaanse academici kunnen helpen, is het belangrijk om te begrijpen hoe de regering-Trump universiteiten precies aanvalt. In tegenstelling tot andere landen (zoals China of Turkije), worden academici (nog) niet gevangengezet, terwijl de meeste universiteiten of hun leiders niet zijn overgenomen door de staat (zoals in Hongarije en Turkije) – hoewel openbare universiteiten vaak onder toezicht staan van zwaar gepolitiseerde besturen en er enkele individuele gevallen zijn van overname van universiteiten – met als meest opvallende het New College of Florida. De aanval in de VS is eerder financieel, maar met duidelijke politieke motieven.
In tegenstelling tot China of Turkije worden academici in de VS (nog) niet gevangengezet. De aanval is eerder financieel.
Universiteiten die protesten, onderzoek of toespraken ondersteunen of zelfs tolereren die tegen de voorkeuren van de Trump-administratie ingaan, worden onderzocht, en hun federale financiering wordt bevroren of helemaal stopgezet. Technisch gezien worden DEI (Diversity, Equity and Inclusion)-initiatieven of onderzoek naar klimaatverandering of gender en seksualiteit dus niet verboden, maar ze kunnen wel leiden tot zware financiële repercussies. En in neoliberale academische kringen spreekt geld. Universiteitsbesturen bestaan meestal uit zakenmensen, die financiële groei belangrijker vinden dan academische vrijheid. Het was dan ook geen verrassing dat de presidenten van Columbia en Harvard in eerste instantie toegaven aan de eisen van Trump, ook al redde dat noch hen, noch hun universiteit. En hoewel deze universiteiten nu rechtszaken zijn begonnen om hun geld terug te krijgen, hebben ze ook aangegeven dat ze op andere gebieden, bijvoorbeeld de zogenaamde “strijd tegen antisemitisme”, wel met de regering wil samenwerken.
We moeten realistisch zijn in wat Europeanen maar kunnen doen.
Gezien de grootste dreiging van financiële aard is, en de VS bijna twee keer zoveel uitgeeft aan onderzoek en ontwikkeling als de EU samen, kunnen andere landen niet zo heel veel doen. De regering-Trump is niet geïnteresseerd in afwijkende meningen, laat staan die uit het buitenland. We moeten realistisch zijn in wat Europeanen maar kunnen doen. Toch kunnen ze op verschillende manieren helpen.
Ik richt me op vier groepen: academici, journalisten, universiteiten en staten.
Eerste groep: academici. Boycotten en petities zijn de favoriete vormen van politiek protest van academici. Op sociale media hebben veel Europese academici al verklaard dat ze niet meer naar de VS zullen reizen, voor werk of vrije tijd, zolang Trump aan de macht is. Hoewel deze boycots zinvol zijn als vorm van zelfbescherming voor deze academici, zullen ze, gezien de reeks recente detenties en deportaties, weinig doen om academici in de VS te ondersteunen. In plaats daarvan zouden ze in de VS gevestigde academici kunnen helpen door hen aan te bieden om hun onderzoek te hosten op open websites in Europa.
Tweede groep: journalisten. Europese journalisten hebben de aanvallen op Columbia en Harvard met evenveel verve behandeld als de vermeende “wokeness” van deze universiteiten. Het verslaan van de aanvallen op de volledige Amerikaanse academische wereld is belangrijk, zeker omdat het verder gaat dan de paar rijke privé-universiteiten in het noordoosten van het land maar ook openbare universiteiten in staten als Florida en Texas omvat. Journalisten zullen de regering-Trump niet beïnvloeden (zelfs niet als ze hun eigen landen meenemen om politieke druk uit te oefenen). Wat ze wel kunnen doen, is gevoeliger zijn voor de situatie van Amerikaanse academici wanneer ze hen benaderen voor interviews.
Journalisten vragen best op voorhand aan Amerikaanse academici of ze willen communiceren via hun officiële werkmail of een privémail.
Wat ik hiermee bedoel? Ik begrijp dat de benarde situatie van mij en mijn collega's een interessant verhaal voor je is, maar het kan voor ons ook meer problemen creëren! Aangezien op veel openbare universiteiten communicatie via officiële e-mailaccounts (en soms zelfs via universiteitscomputers) onderhevig is aan “Open Records” wetgeving, kan alles wat je geïnterviewden schrijven openbaar worden gemaakt, en politiek en professioneel worden gebruikt. Vraag daarom op zijn minst of de geïnterviewden willen communiceren via hun officiële werkmail of een privémail. En wees je bewust van de potentiële risico's die je verhaal kan hebben– is die “provocerende vraag” echt het risico waard voor je geïnterviewde?
Derde groep: universiteiten. Recent hebben verschillende Europese universiteiten initiatieven opgezet om een “veilige haven” te bieden (Universiteit van Aix Marseille) aan “de grootste slachtoffers van deze politieke en ideologische inmenging” (Vrije Universiteit Brussel). Maar driejarige programma's en eenjarige postdocs zijn geen aantrekkelijke of structurele oplossingen, zeker niet als ze bedoeld zijn om “uitmuntende wetenschappers” aan te trekken. In feite lijken ze meer gedreven door eigenbelang (goede PR). Als universiteiten een verschil willen maken, zorg er dan voor dat in ieder geval sommige individuele academici hun bloeiende carrière aan jouw instelling kunnen voortzetten. En richt je steun in de eerste plaats op individuele wetenschappers – die vaak aan openbare universiteiten werken en niet aan rijke privé-universiteiten zoals Harvard.
Eenjarige postdocs zijn geen aantrekkelijke oplossingen, zeker niet als ze bedoeld zijn om “uitmuntende wetenschappers” aan te trekken.
Vierde groep: staten. Verschillende Europese landen zijn ook begonnen met het bespreken van plannen om “internationale topwetenschappers” naar Europa te halen. Weinigen waren zo bot als de Nederlandse minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Eppo Bruins, die zijn initiatief verdedigde in klassieke Nederlandse mercantiele taal: “topwetenschappers zijn goud waard voor ons land en voor Europa”. Natuurlijk moet steun voor in de VS gevestigde academici ook ten goede komen aan de ondersteunende landen en instellingen. Het mag echter niet ten koste gaan van Nederlandse en Europese academici. De Nederlandse regering kondigde dit initiatief aan enkele dagen nadat academici van universiteiten in het hele land staakten uit protest tegen de draconische bezuinigingen op het hoger onderwijs van diezelfde regering.
De EU en haar lidstaten hebben een fenomenale kans om een aantal van de beste onderzoekers ter wereld uit de VS aan te trekken. Echter, om ervoor te zorgen dat dit echt ten goede komt aan hun eigen academische wereld (en economie), moeten deze initiatieven worden geïntegreerd in een veel bredere strategie voor en investering in de Europese academische wereld. En hoewel dit in eerste instantie misschien alleen ten goede komt aan enkele individuele “toponderzoekers”, zou het economische effect ervan zelfs de regering-Trump kunnen dwingen om van koers te veranderen.
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.