Journalisten zullen nooit tot de langdurig werkzoekenden behoren en dat toont zich in hun berichtgeving.

© VRT NWS
De regering-De Wever geniet breed vertrouwen bij de Belg. Dat leren we uit De Stemming, het jaarlijks opinieonderzoek uitgevoerd door de Universiteit Antwerpen en de Université Libre de Bruxelles. Daarbij krijgt het brede draagvlak van één maatregel in het bijzonder veel aandacht in diverse media: de inperking van de werkloosheid in de tijd.
Hoewel je op basis van cijfers in dezelfde enquête vraagtekens kunt zetten bij dit hoeraverhaal, gebeurt dat niet. Dat beeld past in de sfeer van algemene instemming die de maatregel lijkt te genieten bij journalisten. Heeft die weinig kritische houding misschien te maken met het verschil tussen wie onze journalisten zijn en wie de achterblijvers in de samenleving?
BREED DRAAGVLAK
“Brede steun voor regering-De Wever: meerderheid Vlamingen en Walen staat achter beperking werkloosheidsuitkering”, kopte VRT NWS over De Stemming. Feitelijk klopte die titel als een bus. Uit de peiling blijkt dat 72% van de Vlamingen zich kan vinden in de beslissing om mensen na twee jaar uit te sluiten van de werkloosheidverzekering. Hoewel de steun in Brussel (52%) en Wallonië (56%) toch wel een pak lager ligt, steunen ook deze landsdelen de beslissing.
Nu mag dat plebisciet geen verrassing heten. Van de middeleeuwse werkhuizen waar mensen in armoede verplicht tewerk gesteld werden, over de tirades tegen werkzoekenden van politieke charlatans als Pierre Poujade in de jaren 1950, tot het huidige discours waarbij iedereen die een beroep moet doen op onze sociale bescherming verdacht lijkt, … doorheen heel de geschiedenis loont het electoraal om stoer beleid tegen werkzoekenden te voeren.
KONINGINNENSTUK?
Meestal zijn journalisten allergisch voor dit soort populisme en schieten er vakkundig gaten in. Maar bij de beperking van de werkloosheid in de tijd ligt het dus anders. Toen de premier deze maatregel het koninginnenstuk van zijn regering noemde, sprak niemand van de politieke pers hem daarop aan. En dat is vreemd. Want als de beperking van de werkloosheid in de tijd werkelijk de verwezenlijking van de regering-De Wever zal blijken, dan kunnen we niet anders dan deze regering nu al als een treurige mislukking klasseren.
Er zitten heel wat haken en ogen aan de beslissing om de werkloosheid te beperken in de tijd.
Er zitten namelijk heel wat haken en ogen aan deze beslissing. Zo wordt de beperking van de werkloosheid in de tijd verkocht als een besparingsmaatregel. Deze zou 900 miljoen moeten opbrengen, wat al bij al een beperkt bedrag is als je weet dat ons land de komende jaren maar liefst 23 miljard moet besparen van de EU … en er toch geld is om ons defensiebudget enkel in 2025 op te trekken van 7,9 miljard naar ongeveer 12 miljard euro.
Bovendien komt de beperking van de werkloosheid in de tijd ook met een zware maatschappelijke kost. De circa 100.000 mensen die hun uitkering verliezen, zullen immers niet miraculeus verdwijnen. Onze OCMW’s, die al zo onder druk staan, dreigen straks overspoeld te worden. Eerder vroeg de VVSG om meer duidelijkheid over de financiering van de maatregel en deze week waarschuwde 10 schepenen van sociale zaken in een open brief voor niets minder dan ‘de implosie van de sociale dienstverlening’. Dat het overgrote deel van deze schepenen lid is van een Arizona-partij en zij de maatregel die deze catastrofe op ons afroept dus mee goedkeuren, zullen we hier voor het gemak maar even met een serieuze mantel der liefde bedekken.
Ive Marx noemt het "een vreemde keuze om eerst de uitkering te schrappen van mensen die het verst van de arbeidsmarkt staan".
Ondertussen wijzen experts er ook op dat de beperking in de tijd van de werkloosheid er waarschijnlijk niet voor gaat zorgen dat langdurig werkzoekenden nu ineens allemaal aan het werk zullen gaan. Ive Marx noemt het "een vreemde keuze om eerst de uitkering te schrappen van mensen die het verst van de arbeidsmarkt staan”. En ook Stijn Baert toont zich een koele minnaar van de maatregel omdat hij denkt dat werkgevers niet staan te springen om deze groep aan te nemen.
Wat overblijft, is de enorme financiële stress bij de mensen waarover dit gaat, en het psychologisch stigma van profiteur dat ze door dit beleid opgeplakt krijgen.
NAUWELIJKS VRAGEN BIJ POLITIEK BRODDELWERK
Uit al deze feiten blijkt dat de beperking in de tijd symboolpolitiek is en de uitvoering ervan politiek broddelwerk. Normaal verdringen onze journalisten elkaar om zoiets bloot te leggen en de betrokken politici aan een kritisch vragenvuur te onderwerpen. Maar niet deze keer. De beperking in de tijd van de werkloosheid wordt – al dan niet stilzwijgend – goedgekeurd en beschouwd als gezond verstand. Van waar toch die pensée unique? Zou het kunnen dat het komt omdat de journalistiek zeer ver afstaat van de groep achterblijvers die de gevolgen van dit soort politiek dragen?
Inkomen
De laatste tijd staan redacties ook onder druk. Mediaconcerns willen hun winstmarges de hoogte in zien en besparen op journalisten en redacteurs. Mensen worden vervangen door AI en op straat gezet. Bovendien draait menig krant en tijdsschrift op onderbetaalde freelancers. Maar hoewel ze het dus niet onder de markt hebben, hebben journalisten wel een inkomen uit arbeid dat in regel (veel) hoger ligt dan de uitkering die langdurig werkzoekenden krijgen. Dat is een verschil.
Opleidingsniveau
Maar er is nog een ander, misschien wel belangrijker, verschil tussen beide groepen: het opleidingsniveau. Onderzoek wijst uit dat 91% van de Nederlandstalige journalisten een diploma hoger onderwijs heeft. Bijna 60% heeft universiteit gedaan. Tegelijkertijd was volgens het Steunpunt Werk in 2023 ongeveer 52% van de kortgeschoolde volwassenen aan het werk ten opzichte van bijna 91% van de hooggeschoolden. De kans dat onze journalisten ooit tot de groep langdurig werkzoekenden zullen behoren, is dus uiterst klein.
De opleidingskloof tussen journalisten en langdurig werkzoekenden is cruciaal omdat ze een verschil in perspectief met zich meebrengt.
Die opleidingskloof tussen journalisten en langdurig werkzoekenden is cruciaal omdat ze een verschil in perspectief met zich meebrengt. Zo tonen wetenschappelijke studies aan dat kortgeschoolden sociaal beleid verkiezen in de vorm van inkomenssteun zoals de werkloosheidsvergoeding. Hoogopgeleiden prefereren een sociale investeringsstaat die mensen opleidt, activeert en voor kinderopvang zorgt. Dat zij daar ook het meeste voordeel bij doen, zal uiteraard niet vreemd zijn aan die voorkeur. In ieder geval verklaart dit de haast kritiekloze steun die het asociale voor-wat-hoort-wat-denken bij grote delen van onze (politieke) elite wegdraagt.
HET SOCIO-ECONOMISCHE PERSPECTIEF
Uiteraard is het onzin dat je zelf de kenmerken van een bepaalde groep moet hebben om de belangen van die groep te verdedigen. Als je die redenering volgt, staat elke mens op het einde van de rit alleen, want de enige die echt op jou lijkt, ben jezelf. In die zin is dit soort identitaire denken de ultieme voltooiing van de neoliberale ideologie. Tegelijk is het in een democratie van cruciaal belang dat in het publieke debat verschillende perspectieven zo veel mogelijk vertegenwoordigd zijn. Doe je dat niet, gaat het mis.
De milde toon van journalisten doet vermoeden dat de socio-economische factor in het huidige debat vandaag nog steeds onderbelicht is.
Hoewel er nog heel veel werk is, zijn er de voorbije jaren veel stappen gezet om bijvoorbeeld het perspectief van vrouwen of mensen van kleur meer in beeld te hebben. De milde toon van de journalistiek over de beperking van de werkloosheid in de tijd doet vermoeden dat de socio-economische factor in het huidige debat vandaag nog steeds onderbelicht is.
COMMUNAUTAIR EN PARTIJPOLITIEK? NEEN, SOCIO-ECONOMISCH!
Terug naar De Stemming. De enquête onderzocht de tevredenheid van de respondenten over de regering-De Wever. In de berichtgeving wordt dit gelinkt aan het landsdeel waarin de respondenten wonen en de partij waarvoor ze stemden. Tevredenheid wordt communautair en politiek geframed. Gek genoeg bevat de studie een minstens even interessante verklaringsgrond, namelijk de socio-economische status op basis van inkomenscategorie en opleidingsniveau. De onderzoekers benoemen deze relatie als ‘lineair en bijzonder sterk’: hoe lager de sociaaleconomische status, hoe minder tevredenheid. Haast geen enkele journalist vond het nodig hier wezenlijk aandacht aan te besteden, wat bovenstaande bekommernis enkel verder onderstreept.
Hoe lager de sociaaleconomische status hoe minder tevredenheid over de regering-De Wever, zo blijkt uit De Stemming.
Ondanks deze problematische berichtgeving, blijkt uit De Stemming dat de mensen zich niets laten wijsmaken. Het overgrote deel van de bevolking ziet dat de regering-De Wever de rijken bevoordeelt ten nadele van de achterblijvers in de samenleving. Daaronder verstaan ze: de zieken, de armen, de ouderen, de vluchtelingen … en de werkzoekenden. Van de respondenten vindt 26% dat trouwens onterecht, tegenover maar 20% die het wel eens is met dit beleid.
BETER NIEUWS MAKEN
Deze cijfers geven aan het beter kan en moet. In een samenleving die zowel economisch als politiek onder zware spanning staat, is het belangrijk een beleid te hebben waar iedereen mee is. Dat onze regering daarin tekort schiet, bewijzen maatregelen als het beperken in de tijd van de werkloosheid. Maar het is te makkelijk om enkel naar de politiek te wijzen. Ook de vierde macht heeft daarin een verantwoordelijkheid. Hoe zorgen zij dat elke stem aan bod kan komen en welke ingrepen zijn daarvoor nodig?
Op het vlak van gender en etnisch-culturele afkomst zijn er stappen gezet. Nu is het tijd om dat ook te doen op het vlak van de socio-economische bias.
Op het vlak van gender en etnisch-culturele afkomst zijn er stappen gezet. Nu is het tijd om dat ook te doen op het vlak van de socio-economische bias, en dan vooral voor het aspect opleidingsniveau. Dat is moeilijk voor een beroepsgroep die per definitie op kennis teert. Maar het is wel nodig om op die manier beter nieuws te maken.
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.