Het valt op dat er in onze samenleving relatief weinig plaatsen zijn waar heel diverse bevolkingsgroepen eenzelfde doel of dromen delen. Terwijl net daar één van de sleutels tot democratische wederopbouw ligt.

De alt-right-beweging in de VS en de extreemrechtse bewegingen in Europa verspreiden al sinds de begindagen van het internet racistische en nazistische memes en vrouwonvriendelijke boodschappen. In de vorm van memes, korte video’s, harde en provocerende uitspraken eist extreemrechts onze aandacht op. Ze insinueren dat migranten een bedreiging voor de westerse manier van leven vormen, dat het feminisme een systeem is dat mannen onderdrukt, dat er maar twee genderidentiteiten zijn (man en vrouw), dat het multiculturalisme tot de ondergang van de westerse beschaving leidt, dat de politieke correctheid van links tot censuur leidt en er daarom een absolute vrijheid van meningsuiting nodig is.
De cultuuroorlog die extreemrechts uitlokte, hakte er zo hard in dat de traditionele politieke partijen, de klassieke media en big tech besmet raakten door de provocerende, haatdragende en ontmenselijkende boodschappen van extreemrechts. In het publieke debat kregen de extreemrechtse thema’s steeds meer aandacht en gaandeweg groeide het draagvlak om haatdragende taal en ideeën zonder beperking te verspreiden. Over een periode van nauwelijks een decennium voltrok zich een culturele terugslag van jewelste. Door onophoudelijk een nationalistisch, misogyn, transfoob en anti-immigratie wereldbeeld te promoten, slaagt extreemrechts erin de democratische waarden en het respect voor de universele mensenrechten fundamenteel in vraag te stellen.
De cultuuroorlog wekt binnen de bevolking zodanig veel spanningen op, dat hij de weg plaveit voor dictatoriale en autocratische regimes. Ook de democratisch-linkse zijde liet zich vangen door de door extreemrechts uitgelokte cultuuroorlog. Nogal wat progressieven verloren zich gaandeweg in eindeloze debatten over thema’s waar meer traditionele mensen met grote ogen stonden naar te kijken. Ook aan deze zijde van het politieke spectrum gingen steeds meer mensen overstag voor woedende, emotiegerichte, zinloze ophef. Het aan de schandpaal nagelen van vroegere bondgenoten werd, zelfs meer dan bij extreemrechts, onderdeel van een onvruchtbare strijd: witte cisgendermannen werden met de vinger gewezen omwille van hun vele privileges, wie niet de juiste termen (‘wit’, ‘non-binair’ …) gebruikte, werd onwil verweten. Er ontvouwde zich ook aan progressieve zijde een cultuuroorlog die tal van mensen verbouwereerd deed afhaken.
We vinden de noden, verzuchtingen en verlangens van gewone mensen weinig terug in onze publieke en politieke debatten.
Het overviel me keer op keer, tijdens het luisteren in zowel de Denderstreek als de VS: de vaststelling dat we de noden, verzuchtingen en verlangens van gewone mensen weinig terugvinden in onze publieke en politieke debatten. In de Denderstreek hadden veel mensen het over de Zwarte Piet-discussies waarbij zij Zwarte Piet in de eerste plaats associeerden met het roet in de schouw, terwijl de roergangers van deze discussies Zwarte Piet als een racistische en stereotype karikatuur beschouwen. In de tocht door de VS doken vaak kritische bedenkingen rond ‘de vijftig genderidentiteiten’ op. De mensen die twee tot drie jobs aan elkaar rijgen om financieel het hoofd boven water te houden, stelden zich luidop de vraag waarom de Democratische Partij zoveel politieke aandacht aan dit soort thema’s besteedt en het nauwelijks over de groeiende ongelijkheid heeft.
Een grote uitdaging schuilt in het zoeken naar wat mensen met elkaar gemeen hebben. Toen ik in de Denderstreek mensen van kleur vroeg met welke verwachtingen en dromen ze naar deze streek waren verhuisd, hadden zij het er steevast over dat ze in deze streek een eigen woning konden aanschaffen, dat ze hun kinderen niet in een stad als Brussel wilden opvoeden en dat ze het als een pluspunt zagen om hun kinderen kwaliteitsvol Nederlandstalig onderwijs te laten volgen. Toen ik daarop de autochtone inwoners vroeg of ze zicht hadden op de verwachtingen en dromen van mensen van kleur, bleven de meesten mij een antwoord schuldig. Het leerde me dat heel wat bevolkingsgroepen elkaar nauwelijks tot niet kennen. Het gevolg is dat de bestaande vooroordelen, de stereotypen en de karikaturen de extreemrechtse politieke agenda voeden.
De taal die we gebruiken om mensen op te delen in hokjes en categorieën is omvangrijk. De taal die ons kan helpen om ons in deze wereld thuis te voelen daarentegen schiet schromelijk tekort. De opdeling in hokjes past perfect in het kapitalistisch economisch systeem: je zoomt in op de verschillen en maakt van mensen concurrenten die met elkaar in competitie treden, zowel op de werkvloer als in de vrije tijd. Je moedigt mensen aan om in de eerste plaats zichzelf te realiseren en hun identiteitskenmerken in de verf te zetten in plaats van het te hebben over welke noden, uitdagingen en verwachtingen ze met elkaar delen. De strijd tegen extreemrechtse en autoritaire regimes zal pas slagen als mensen leren hoe ze uit deze kapitalistische logica kunnen stappen.
Rond de vraag 'Wat delen we met elkaar?' kun je een heel krachtig tegenverhaal ontwikkelen.
Dit kan lukken wanneer we tijd en ruimte ontwikkelen om op zoveel mogelijk plaatsen met elkaar in gesprek te gaan rond de vraag: ‘wat delen we met elkaar?’ Rond deze ene vraag kun je een heel krachtig tegenverhaal ontwikkelen. Aan het einde van mijn tocht door de Denderstreek bracht ik kiezers van de extreemrechtse partij Vlaams Belang samen rond de tafel met mensen van kleur. We startten ons gesprek met een oplijsting van vragen die de mensen aan elkaar wilden stellen. Na een gesprek van zo’n drie en een half uur somden de deelnemers aan het gesprek op wat ze met elkaar deelden: een verlangen naar een goed en veilig leven, een betaalbare en kwaliteitsvolle woning, een goede school voor de kinderen, een voldoende hoog inkomen, een waardige job, een collegiale werksfeer, vrienden waar je op kan rekenen in goede en minder goede tijden, uitzicht op een pensioen dat hoog genoeg is om van te kunnen leven, de vrijheid van religie en kunnen leven op een planeet die niet bedreigd wordt met uitputting en afsterving.
Tegenover de opsluiting in het eigen grote gelijk, strekt zich een immense ruimte uit voor het leren luisteren naar en onderhandelen over de vele zaken – zowel materiële als immateriële – die mensen met elkaar gemeen hebben. Maatschappelijke en politieke aandacht voor alles waarin we van elkaar verschillen, blijft legitiem en doet helemaal geen afbreuk aan het erkennen en respecteren van onze verschillen. Het komt er echter op aan dit te verbinden aan de zoektocht naar een gedeelde agenda.
Met de Val van de Muur en de instorting van de Sovjet-Unie en het Oostblok na 1989 ging het geloof in een andere economische en politieke ordening op de schop. Marxistische begrippen als klassenbelangen en klassenstrijd hebben aan kracht en betekenis ingeboet, terwijl ze nog steeds relevant zijn gebleven. Heel wat individuen en bevolkingsgroepen, hoe sterk ze ook van elkaar verschillen, delen in de eerste plaats heel wat sociale en economische belangen. Multinationals mogen dan wel in de vorm van ‘creatief’ taalgebruik hun werknemers als ‘floormanager’, ‘sanitation engineer’ of ‘associate’ omschrijven, multinationals streven in de eerste plaats naar het verhogen van hun winst en niet naar het verhogen van de lonen of het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van hun werknemers. Hoe groot de verschillen tussen mensen op vlak van sekse of gender, afkomst, smaken en stijlen ook zijn, een groeiend deel van onze bevolking blijft kampen met gevoelens van onzekerheid, angst en twijfel omdat de uitzinnige individualisering mensen niet langer in staat stelt klasse- of bondgenoten te zijn.
De democratisch-linkse zijde moet haar tijd en middelen aanwenden om mensen tot bondgenootschap en solidariteit aan te zetten.
De uitdaging bestaat erin tijd en ruimte te creëren om mensen op een eigentijdse manier taal en begrippen te laten gebruiken die het onderling vertrouwen en de bondgenootschappen aanscherpen. Extreemrechts teert op het aanwakkeren en versterken van de verdeeldheid tussen mensen. Ze stuurt aan op een ‘oorlog van allen tegen allen’ om op die manier een autocratische leider in het zadel te krijgen. Daarom moet de democratisch-linkse zijde haar tijd en middelen aanwenden om mensen tot bondgenootschap en solidariteit aan te zetten. Extreemrechts wil niets liever dan dat de diverse bevolkingsgroepen zowel online als in de reële wereld met getrokken messen tegenover elkaar komen te staan. Dit versterkt de roep naar meer orde en veiligheid, naar meer investeringen in defensie, naar het uitsluiten en deporteren van ‘illegale’ migranten. We moeten elkaar de vraag stellen welke belangen (noden en wensen) en dromen we met elkaar delen en wat we nodig hebben om ons thuis te voelen in de wereld. In plaats van veiligheid te definiëren als iets dat leidt tot militarisering en repressie, moeten we het begrijpen als ‘je thuis voelen in de wereld’. Dit betekent dat mensen zich opgenomen, gewaardeerd en erkend voelen.
In The Big Sort. Why the Clustering of Like-Minded America is Tearing us Apart (2008) onderzoekt auteur Bill Bishop waarom Amerikanen zich steeds meer in hun eigen gemeenschappen hebben teruggetrokken. Bishop beschrijft hoe mensen zich sinds de jaren 1970 steeds vaker zijn gaan omringen door anderen met dezelfde overtuigingen en smaken. Bishop legt uit hoe het zich terugtrekken in bubbels van gelijkgezinden tot een verschraling van het publieke leven heeft geleid. Zoals eerder aangegeven, trokken mensen zich al voor de komst van de digitale technologie steeds meer terug in een eigen groep van gelijkgestemden. Dit heeft geleid tot een significante daling van het begrip tussen mensen en een toename van het wantrouwen tussen diverse groepen. Het vermogen tot empathisch luisteren en samen oplossingen bedenken voor de gemeenschappelijke uitdagingen lijkt te zijn verzwakt. Wellicht onder invloed van technologie en media, die door hun algoritmes en gepersonaliseerde informatie mensen in echokamers doen belanden.
Lokale cafés die goed worden gerund, zijn van onschatbare waarde.
Heel wat organisaties die de democratische grondrechten en waarden verdedigen, proberen nog steeds mensen fysiek bij elkaar te krijgen. Het grote voordeel hiervan is dat er persoonlijke en zichtbare interacties ontstaan. Mensen die elkaar fysiek ontmoeten, hebben het grote voordeel dat ze elkaar in de ogen kijken en ook non-verbaal communiceren; het oogcontact, de gebaren, de toon en snelheid van onze spraak en lichaamstaal zijn een wezenlijk onderdeel van de uitwisseling van informatie. Een frons op het gezicht kan op bezorgdheid wijzen en een glimlach kan het gesprek verzachten. Het stimuleren van democratische dialoog omvat zowel verbale als non-verbale vormen van communicatie en dit lukt het best als we proberen belichaamde interacties op te zetten. Lokale cafés die goed worden gerund, zijn van onschatbare waarde. Het zijn niet alleen drankgelegenheden, maar vooral ontmoetingsplaatsen waar mensen vloeken, lachen, zingen, elkaar troosten en met elkaar gedachten en meningen uitwisselen. Het is cruciaal om ontmoetingen en dialoog tussen mensen met heel diverse achtergronden op te zetten rond de specifieke vraag welke verwachtingen en dromen we met elkaar delen. Het valt op dat er in onze samenleving relatief weinig plaatsen zijn waar heel diverse bevolkingsgroepen eenzelfde doel of dromen delen. Terwijl net daar één van de sleutels ligt die tot democratische wederopbouw kunnen leiden. Bied mensen de tijd en de plekken om hun gedeelde wensen en dromen te realiseren. Stel dat we de helft van de tijd die we nu online doorbrengen inruilen voor ‘belichaamde interacties’ met anderen? Het zou ons vermogen versterken om te luisteren en te leren van elkaar. Het zou ook de vaardigheden en het vermogen tot samenwerken versterken.
Dominique Willaert. En wat nu? De coup van Trump en de superrijken (epo, 2025)
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.