Europa’s geo-economische ontwaking is een kans voor strategisch én rechtvaardig handelen. Maar dan moet de EU niet alleen anders klinken, maar ook anders handelen.

De wereldhandel is steeds meer een terrein van geo-economisch machtsvertoon. China zet zijn economische macht systematisch in voor geopolitieke doeleinden. De VS gebruikt economische afhankelijkheid steeds nadrukkelijker als strategisch wapen. Ook Europa voelt die druk: de recente “handelsdeal” met Washington, vol forse Europese concessies om toegang te behouden tot de Amerikaanse markt, toont hoe het klassieke vrijhandelsdenken aan slagkracht verliest. Europa is wakker geworden. De vraag is niet óf het vandaag geo-economisch denkt, maar wel hóe en met welke gevolgen.
DE EU ALS ‘GOEDE GEO-ECONOMISCHE MACHT’?
Om haar koerswijziging weg van klassieke vrijhandel te legitimeren, profileert de EU zich steevast als een ‘goede’ geo-economische speler, in tegenstelling tot meer ‘offensieve’ machten zoals China of de VS. Nieuwe instrumenten, zoals het recent goedgekeurde anti-dwanginstrument, ook wel de ‘bazooka' genoemd, worden gepresenteerd als defensieve middelen tegen economische chantage. Andere initiatieven, zoals duurzaamheidsregels in handelsakkoorden of strategische grondstofpartnerschappen, worden voorgesteld als pogingen tot groene samenwerking en gedeeld voordeel met alternatieve handelspartners. Maar klopt dat beeld? Voor externe partners is Europa’s zelfbeeld lang niet altijd overtuigend, zeker wanneer Europese regels worden ervaren als eenzijdig of als ‘groen imperialisme’.
Wie een alternatief model wil uitdragen, moet ook de capaciteit hebben om het zelfstandig te verdedigen.
Bovendien is ‘goed’ willen zijn geen substituut voor strategische autonomie. Wie een alternatief model wil uitdragen, moet ook de capaciteit hebben om het zelfstandig te verdedigen. De recente handelsdeal met de VS, waarbij Europa akkoord gaat met Amerikaanse invoertarieven van 15% op Europese export en toezeggingen doet voor honderden miljarden dollars aan energie‑, defensie‑ en investeringsstromen richting de VS, tonen hoe kwetsbaar Europa blijft in een wereld van geo-economische grootmachtpolitiek.
Wil Europa zich echt onderscheiden, dan moet het dat doen in de praktijk: door hoe partnerschappen worden opgezet, wie inspraak krijgt in de regels, en hoeveel aandacht er is voor de sociale impact van haar nieuwe beleidskoers.
DRIE PIJLERS VOOR EEN STRATEGISCH ÉN RECHTVAARDIG EUROPA
1. Internationale gelijkwaardigheid: partners, geen pionnen
Om sterk te staan tegenover de andere grootmachten, heeft Europa betrouwbare toegang tot kritieke grondstoffen nodig. Zonder die grondstoffen komt de groene transitie in het gedrang. Niet toevallig zijn ‘strategische partnerschappen’ met grondstofrijke landen vandaag topprioriteit in het Europees internationaal economisch beleid.
Maar veel van die landen, in Afrika, Azië en Latijns-Amerika, zoeken zélf meer strategische ruimte. Ze willen geen pionnen meer zijn in de grondstoffencompetitie tussen de grote economieën. Wat ze verwachten: geen opgelegde normen, maar eerlijke samenwerking, wederzijdse inspraak en concrete steun. En terecht.
In dat licht klinkt het Europese discours van ‘wederzijds voordelige partnerschappen’ vaak hol. Regels rond ontbossing of CO₂-grenscorrecties mogen dan intern verdedigbaar zijn, in veel partnerlanden worden ze ervaren als extra barrières, zonder voldoende hulp om zich aan te passen. Dat wekt frustratie en duwt landen richting minder veeleisende partners zoals China.
Europa moet meer bieden dan markttoegang en eigen standaarden. Regels moeten gepaard gaan met investeringen, ondersteuning en echte inspraak.
Europa moet dus meer bieden dan markttoegang en eigen standaarden. Regels moeten gepaard gaan met investeringen, ondersteuning en echte inspraak. Dat is niet alleen moreel noodzakelijk, maar ook strategisch verstandig: geloofwaardige partnerschappen versterken de geopolitieke positie van de EU ten aanzien van alternatieve spelers zoals de VS of China. Zo worden partnerschappen geen instrument van asymmetrische invloed, maar een gedeeld strategisch project, waar ook de ander beter van wordt.
2. Democratische legitimiteit: geo-economie is ook binnenlands beleid
De geo-economische koers raakt de kern van de Europese democratie. Terwijl steeds meer strategische beleidsinstrumenten worden ontwikkeld op EU-niveau, blijft het politieke debat erover beperkt tot technocratische kringen. Beslissingen over economische veiligheid en handel worden genomen door de Commissie, in overleg met lidstaten en het Parlement, maar zelden fundamenteel in vraag gesteld.
Dat is opvallend. In het recente verleden leidde het EU-handelsbeleid – denk aan CETA of TTIP – nog tot felle maatschappelijke debatten en mobilisatie. Vandaag, nu handel almaar meer een geo-economisch instrument wordt, blijft dergelijke politisering grotendeels uit. Precies op het moment dat strategische keuzes cruciaal zijn, lijkt de ruimte voor democratische toetsing te krimpen.
De Commissie en haar voorzitter sturen de koers, vaak onder het vaandel van ‘economische veiligheid’. Dat creëert een sfeer van urgentie en uitzonderlijkheid, waarin kritische vragen moeilijker weerklinken. Ondertussen neemt, volgens onderzoek, de invloed van bedrijfsbelangen toe, terwijl vakbonden, ngo’s en kritische parlementaire stemmen minder gehoor krijgen.
Wil de EU haar alternatief model geloofwaardig maken, dan moet ze investeren in transparantie en inspraak.
Wil de EU haar alternatief model geloofwaardig maken, dan moet ze investeren in transparantie en inspraak. Meer parlementaire betrokkenheid, regelmatige publieke debatten en impactanalyses die ook sociale effecten meewegen zijn essentieel. Geo-economische keuzes zijn politiek en verdienen publieke verantwoording.
3. Sociale rechtvaardigheid: wie wint, wie betaalt?
De EU’s geo-economische omslag wordt vaak technisch gepresenteerd, maar heeft een brede maatschappelijke impact. De EU probeert haar economische veiligheid te versterken door productie terug te halen of bevoorrading te diversifiëren. Maar die keuzes hebben een prijs - binnen én buiten Europa.
Binnen Europa vertaalt zich dat in hogere prijzen, jobverlies in industrieën, of herstructureringen in regio’s met sterke afhankelijkheid van externe markten. De recente deal tussen de EU en de VS, waarbij de economische kosten van geo-economie ook bij Europese industrieën, werknemers en consumenten dreigen terecht te komen, onderstreept nogmaals dit spanningsveld. Wat als het ‘best mogelijke’ succes wordt gepresenteerd in naam van economische veiligheid, vertaalt zich in de praktijk vaak in sociale onzekerheid.
Voor veel ontwikkelingslanden, die weinig baat hebben bij de nieuwe geo-economische competitie tussen grootmachten, zijn de bijwerkingen groot.
Hiernaast blijven de zwaarste gevolgen vaak buiten beeld, vooral in het Globale Zuiden. Voor veel ontwikkelingslanden, die weinig baat hebben bij – en nog minder zeggenschap over – de nieuwe geo-economische competitie tussen de grootmachten, zijn de bijwerkingen groot. Volgens onder meer het IMF dreigen net zij het zwaarst getroffen te worden. Ze riskeren een versnelde groeivertraging, voedselonzekerheid, toenemende armoede en een verminderde capaciteit om de gevolgen van de klimaatverandering aan te pakken.
Wil de EU geloofwaardig blijven, dan volstaat een waarden-discours niet. Wat nodig is, is een strategie die ook verantwoordelijkheid neemt voor de bredere verdelingseffecten, binnen én buiten Europa. Structurele sociale mitigatie, eerlijke transities, en steun voor wie géén stem heeft maar wél de gevolgen draagt van een steeds verdergaande geo-economische wereldeconomie, zijn essentieel.
NIET ALLEEN ANDERS KLINKEN, MAAR ANDERS HANDELEN
China gebruikt handel als hefboom voor geopolitieke invloed. De VS koppelen economie expliciet aan nationale veiligheid. Europa aarzelde lang, maar stapt nu mee in het geo-economische speelveld. Dat is geen zwakte, zolang Europa haar koers bewust kiest.
De EU heeft alle troeven in handen voor een eigen geo-economisch model: gebaseerd op zowel strategisch handelen als wederkerigheid, publieke verantwoording en sociale verantwoordelijkheid. De geo-economische omslag is een feit. De uitdaging is of Europa haar macht inzet op een manier die strategisch én rechtvaardig is.
Deze bijdrage verscheen in de Zomerreeks 2025: Make Europe Great Again van Samenleving & Politiek.
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.