Europa moet een onafhankelijke defensie durven bouwen die niet onderhevig is aan de Amerikaanse grillen. Zonder strategische assertiviteit dreigt Europa machteloos te zijn in een gevaarlijke wereld.

"Europa gaat op een GROOTSE manier betalen, zoals ze zouden moeten doen, en het zal jouw succes zijn!" Met die woorden prees NAVO Secretaris-Generaal, Mark Rutte, de Amerikaanse president Donald Trump in een tekstbericht vlak voor diens afreis naar de top in Den Haag op 24 juni. Sommigen zagen het als een diplomatieke noodzaak, anderen als een waardeloos staaltje stroopsmeerderij.
Voor Rutte, belast met het bewaren van de eenheid van het bondgenootschap, was de recente NAVO-top een succes: de bondgenoten beloofden om tegen 2035 jaarlijks 5% van hun bbp aan defensie te besteden - 3,5% aan militaire uitgaven en 1,5% aan defensie gerelateerde bestedingen. De herbevestiging van Artikel 5 van het NAVO-verdrag, ook door de VS, stelde velen gerust.
Rutte’s knieval illustreert vooral de Europese onderdanigheid op een moment dat de Amerikaanse veiligheidsgarantie definitief verleden tijd is.
De symboliek van die dag verhult echter een ongemakkelijke waarheid: Europa is mentaal niet klaar om de strategische realiteit onder ogen te zien. Rutte’s knieval illustreert vooral de Europese onderdanigheid op een moment dat de Amerikaanse veiligheidsgarantie definitief verleden tijd is. De handelsdeal die Von der Leyen eind juli sloot met Trump bevestigt dat beeld. Nochtans bouw je met dollars en onderdanigheid geen geloofwaardige Europese defensie.
AMERIKAANSE TERUGTREKKING
De Europese veiligheidscontext was in decennia niet zo zorgwekkend. De oorlog in Oekraïne blijft de grootste dreiging, aangevuld met Russische en Chinese sabotage van onderzeese kritieke infrastructuur, cyberaanvallen en desinformatiecampagnes. Escalatie in het Midden-Oosten, met het genocidale geweld van Israël tegen de Gazanen, de dreiging vanuit Iran en Houthi-aanvallen in de Rode Zee verhoogt de druk. Ook spanningen in de Indo-Pacific en instabiliteit in Afrika, van Guinee tot Soedan, maken het veiligheidslandschap steeds complexer.
Het is naïef te denken dat de VS nog bereid zijn om politiek en militair bij te dragen aan de veiligheid van Europa. In februari stelde defensieminister Pete Hegseth dat “de harde strategische realiteit het de VS belet om zich primair te richten op de veiligheid van Europa.” Trump blijft intussen dubbelzinnig over de Amerikaanse toewijding aan Artikel 5 van het NAVO-verdrag en kondigde tussen januari en juni 2025 geen nieuwe Amerikaanse militaire steunpakketten voor Oekraïne meer aan. Begin juli annuleerde Hegseth zelfs eenzijdig een cruciale wapenlevering.
Begin juli annuleerde defensieminister Peter Hegseth eenzijdig een cruciale wapenlevering aan Oekraïne.
Positief is dat Europa het gat dat hierdoor geslagen werd in de eerste vier maanden van 2025 grotendeels kon opvullen, zo berekende het Kiel Institute for the World Economy. Die bijkomende Europese steun komt echter vooral van een handvol landen, met het VK, Frankrijk en de noordse landen op kop. Andere Europese grootmachten zoals Duitsland, Spanje en Italië verhoogden hun steun amper of kondigden zelfs verdere budgetverlagingen aan. Intussen blokkeert Hongarije zo veel als mogelijk de Europese steun. De extra hulp blijft bovendien grotendeels financieel; qua wapens en munitie kan Europa het Amerikaanse tekort niet compenseren.
MILITAIRE AFHANKELIJKHEID
De Europese militaire afhankelijkheid van de VS is vandaag verontrustend groot. Een volledige Amerikaanse terugtrekking uit Europa blijft onwaarschijnlijk, maar is allang geen fictie meer. Het International Institute for Strategic Studies becijferde wat het prijskaartje van dit scenario voor Europa zou zijn. Een één-op-één vervanging van de Amerikaanse conventionele uitrusting en personeel zou Europa 226 tot 344 miljard dollar kosten. Over een periode van 25 jaar, waarmee rekening gehouden wordt met de levensduur van het materiaal en onderhoud, zouden die kosten oplopen tot maar liefst 1.000 miljard dollar.
Een gedeeltelijke terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Europa en uit de NAVO-hoofdkwartieren of een verminderde bijdrage aan het NAVO-budget zijn realistischere, maar niet minder zorgwekkende scenario’s. Het Pentagon werkt momenteel aan een herziening van de wereldwijde troepenpositie, waarvan de gevolgen voor Europa dit najaar duidelijk worden.
Europa wordt geconfronteerd met een Catch-22 situatie: of het nu zelf investeert of niet, de Amerikaanse terugtrekking komt eraan.
Zoals Sven Biscop eerder al aangaf, wordt Europa geconfronteerd met een Catch-22 situatie: of het nu zelf investeert of niet, de Amerikaanse terugtrekking komt eraan. Door te talmen en boekhoudkundige trucs te gebruiken om de NAVO-norm te halen, verlengt Europa slechts zijn afhankelijkheid.
De Poolse premier Donald Tusk verwoordde het gevat: “waarom vragen 500 miljoen Europeanen hulp aan 350 miljoen Amerikanen om hen tegen 140 miljoen Russen te verdedigen?”. De echte vraag is niet of de VS vertrekt, maar hoe lang Europa die afhankelijkheid nog wil aanhouden.
STRATEGISCHE ASSERTIVITEIT
Europa beseft stilaan het strategische risico van deze situatie. De White Paper for European Defence – Readiness 2030, gepubliceerd in maart, wijst op die bewustwording. De tijdelijke versoepeling van de EU-begrotingsregels en de creatie van het Security Action for Europe (SAFE) mechanisme voor gezamenlijke militaire aankopen zijn stappen in de goede richting.
Maar Europa heeft meer nodig dan grotere budgetten: het moet strategisch assertiever worden. Volgens recente Eurobarometer data steunt vandaag 81% van de bevraagde Europeanen een meer eengemaakte Europese defensie. Europese leiders moeten dit momentum grijpen om een defensie te bouwen die niet onderhevig is aan de grillen van deze of volgende Amerikaanse presidenten.
Wat houdt strategische assertiviteit in?
Ten eerste, een groter zelfbewustzijn dat uitgaat van de eigen sterktes. De Europese interne markt en het diplomatieke netwerk maken van de EU een attractieve globale speler. De vijandigheid van Trump tegenover de EU bevestigt dat ook hij dit beseft. Die sterktes moeten veel beter worden benut, ook bij de opbouw van een Europese defensie. Neem bijvoorbeeld de rol van de EU in maritieme veiligheid: die reikt verder dan het beschermen van Europese wateren. De EU zou rond haar maritieme operaties, ingebed in bredere diplomatieke inspanningen, een veel sterker imago kunnen opbouwen als verdediger van de globale, commerciële scheepvaart. Zo een benadering maakt de EU uniek.
Lidstaten moeten meer gezamenlijk aankopen, nationaal protectionisme afbouwen en bewust Europees kiezen.
Ten tweede, een doorgedreven prioritering van de Europese defensie-industrie. Deze is nog te versnipperd, met kleine producties, hoge kosten en exportafhankelijkheid. Lidstaten moeten meer gezamenlijk aankopen, nationaal protectionisme afbouwen en bewust Europees kiezen. Zonder gecoördineerde, gezamenlijke bestellingen is schaalvergroting of innovatie haast onmogelijk. Waar Europese alternatieven ontbreken, moeten ook niet-Amerikaanse opties overwogen worden. Dat het defensie-industriële beleid grotendeels nationaal blijft, hoeft geen obstakel te zijn – mits er politieke wil is.
Ten derde, een versnelde Europeaniseren van de NAVO. Traditioneel is de Geallieerde Opperbevelhebber Europa (SACEUR) een Amerikaanse generaal die ook de Amerikaanse troepen in Europa aanvoert. In plaats van te vrezen dat de VS deze rol ooit zal opgeven – wat overigens twijfelachtig is – moet Europa streven naar een grotere eigen inbreng in de NAVO-commandostructuur. Zoals de Nederlandse Adviesraad Internationale Vraagstukken opmerkte, kan de plaatsvervangend SACEUR zo indien nodig het commando overnemen als de VS besluit niet deel te nemen aan een operatie.
Europa moet streven naar een grotere eigen inbreng in de NAVO-commandostructuur.
Ten vierde, een verdieping van veiligheids- en defensiepartnerschappen met derde landen, naar analogie met de recente akkoorden met het VK en Canada. Australië, India, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea staan op de radar; met sommigen bestaan al formele veiligheidspartnerschappen. De volgende stap is om verder te gaan dan intentieverklaringen, en deze landen te betrekken bij gezamenlijke aanbestedingen en voorwaardelijke deelname aan het SAFE-mechanisme mogelijk te maken. Europa moet ook hier de sterktes durven uitspelen: koppel defensiesamenwerking aan bestaande samenwerking, bijvoorbeeld op het vlak van handel.
Tot slot, Europa moet dringend een eigen Oekraïne-strategie ontwikkelen. Hoewel de plannen voor een door het VK en Frankrijk geleide coalitie van bereidwillige staten bij een eventueel staakt-het-vuren vorm krijgen, heeft Europa heeft nood aan een coherente visie, niet enkel voor de wederopbouw, maar ook om een staakt-het-vuren te bereiken en Oekraïne duurzaam te ondersteunen onder blijvende militaire druk.
Europa moet dringend een eigen Oekraïne-strategie ontwikkelen.
Toen Trump op 26 juni Den Haag verliet zonder de NAVO openlijk in twijfel te trekken, haalden Europese leiders opgelucht adem. Laat dat de laatste keer zijn. Een geloofwaardige Europese defensie begint met durven tegenduwen.
Deze bijdrage verscheen in de Zomerreeks 2025: Make Europe Great Again van Samenleving & Politiek.
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.