Europa dreigt zijn sociale ziel te verliezen in een storm van ongelijkheid, deregulering en extreemrechts. Vakbonden moeten nu het stuur grijpen – voor werk, rechtvaardigheid en democratie.

Europa lijkt tegenwoordig op een verdwaalde fietser zonder gps in de Ardennen: vol goesting en motivatie begonnen, maar compleet de pedalen kwijt. Ooit gestart als een droom van vrede en samenwerking – staal, kolen en goede bedoelingen – maar vandaag? Vandaag hobbelen we achter de geopolitieke mastodonten aan als een knikkende dashboardhond. Zonder visie, zonder smoel, en zeker zonder sociale ankerpunten. Zeker en vast, ook de democratie piept en kraakt in haar voegen. Tijd dus dat iemand aan de noodrem trekt. Enter: de vakbonden.
En niet met een pamflet op een flap-over in een Brussels seminariezaaltje, maar met een écht project voor wie werkt, leeft en zich zorgen maakt. Want wie zich afvraagt wat het Europees project vandaag nog betekent voor werkende mensen, krijgt vaak koude rillingen. Botte bezuinigingen, platte deregulering, een ruk naar rechts en extreemrechts, en ondertussen loert een nieuwe technologische revolutie om de hoek. De cocktail is gekend, maar daarom niet minder giftig.
STORM OP KOMST
We zitten middenin een nieuwe Europese realiteit: stijgende ongelijkheid, importheffingen, geopolitieke instabiliteit en een keihard concurrentiediscours dat zelfs Mario Draghi applaudisseert. Het rapport over Europese competitiviteit dat hij schreef op vraag van Ursula von der Leyen wordt als een handleiding gelezen door de Europese Commissie – alsof dit het evangelie is. Alsof sociale rechten een last zijn, geen fundament.
Neen, het is niet alleen een economisch verhaal. Het is ook cultureel, politiek en democratisch. In heel Europa schuiven partijen op naar rechts. Extreemrechts zit in de regering in Italië, in Finland, en heeft een voet tussen de deur in nog een half dozijn andere lidstaten. Het discours van haat en uitsluiting, dat jarenlang onder de knoet werd gehouden, zit nu in het hart van de besluitvorming. En elke sociale concessie wordt afgeschilderd als een obstakel voor groei.
Tegelijk wordt er met percentages en defensiebudgetten gegoocheld alsof het om een Sinterklaaslijstje gaat. En de poetshulp in het rusthuis krijgt nog altijd een contract van week tot week. Ja, we focussen op tanks, drones en defensieprojecten, maar de sociale bescherming, pensioenen, kwalitatieve jobs, arbeidsomstandigheden en collectieve onderhandelingen? Die worden eerder als bijzaak behandeld. Is sociale vooruitgang voor sommigen dan echt een luxeprobleem?
Ook wij kreunen, ook wij zuchten, maar we herbronnen.
Maar wie dacht dat vakbonden stilzitten, vergist zich. Ook wij kreunen, ook wij zuchten, maar we herbronnen. Dat is niet zomaar een werkwoord – dat is een belofte.
NEVER WASTE A GOOD CRISIS
We zijn niet aan ons proefstuk toe. Het Europees Vakverbond (EVV) werd opgericht in 1973, toen de eerste oliecrisis Europa door elkaar schudde. Energieprijzen schoten omhoog, jobs stonden op het spel, inkomens kregen klappen. We hadden het toen goed begrepen. Als vakbonden hebben we toen gezegd: dit lossen we niet op met nationale navelstaarderij, dit vraagt Europese solidariteit. Vijf decennia later staan we voor een nieuwe generatie crisissen. De vraag blijft dezelfde: doen we dit samen, of laten we iedereen aan hun lot over?
Die solidariteitsvraag is vandaag weer brandend actueel. Net als toen raken crisissen het dagelijks leven van miljoenen mensen. Denk aan de wooncrisis in veel Europese steden, de tekorten in de zorgsector, de wankele positie van jonge werknemers op de arbeidsmarkt. We mogen die situaties niet als individuele problemen wegzetten. Dit zijn structurele symptomen van een systeem dat mensen uitperst en dan weggooit.
We zien pogingen om internationale vakbondssolidariteit strafbaar te maken, aanvallen op syndicale rechten in landen als Polen, Italië, Hongarije. Het tempo is moordend, de richting ongezond. Het ‘sociaal’ dreigt het ‘economisch’ nog langer te moeten dienen dan een butler in een Brits kostuumdrama.
DE COMEBACK VAN DE VAKBOND BEGINT HIER
We moeten realistisch zijn. Het EVV is in 15 jaar tijd van 60 naar 40 miljoen leden gezakt. Dat zijn geen cijfers om zomaar aan voorbij te gaan. Dat is geen administratieve dip, dat is een structurele wake-upcall. Minder leden betekent minder middelen. Minder slagkracht. Minder druk. Dat dwingt ons tot zelfonderzoek. Waar hebben we steken laten vallen? Hoe maken we onze meerwaarde weer tastbaar – in de fabriek, het ziekenhuis, de supermarkt, het distributiecentrum?
Hoe maken we onze meerwaarde weer tastbaar – in de fabriek, het ziekenhuis, de supermarkt, het distributiecentrum?
Zeker bij jongeren zijn er uitdagingen. We moeten durven vragen: waarom zien zij ons niet meer automatisch als bondgenoot? Wat moeten wij veranderen? Dat is geen marketingvraag, dat is een existentiële vraag voor onze beweging.
We stellen vier heldere prioriteiten voorop.
1. Heropbouw van de Europese vakbondsbeweging
We moeten opnieuw een aantrekkelijke, eigen agenda neerleggen. En daarmee het speelveld op trekken. Nu blijven we te vaak hangen in defensieve reflexen en proberen we als een soort van ultieme laatste man nog net op de doellijn de pijnlijkste punten uit voorstellen van de Commissie weg te halen. De Europese Pijler voor Sociale Rechten is een goede start, maar wat we nodig hebben is actie. Bindende richtlijnen, meetbare doelen, handhaving. Geen wollige verklaringen die verdwijnen in voetnoten van verordeningen. En het moet gaan over thema’s die mensen raken: betaalbaar wonen, werkbaar werk, eerlijke lonen, recht op rust en tijd. Daarmee trek je het spel naar je toe.
2. De kracht van het getal herwinnen
Zonder leden geen macht. Punt. We moeten investeren in het aantrekken van jongeren, nieuwkomers, vrouwen – groepen die vaak precair werken en ons niet altijd vanzelf vinden. Dat vraagt om nieuwe methodes, minder bureaucratie, meer nabijheid. Ja, het betekent ook heilige syndicale huisjes in vraag durven stellen. Organiseren begint bij luisteren. Gewoon beginnen met te durven vragen: wat kunnen wij voor jou betekenen? En op de antwoorden spelen we De Bruyne-gewijs in: met diepgang om zo het verschil te maken.
We moeten investeren in het aantrekken van jongeren, nieuwkomers, vrouwen – groepen die vaak precair werken en ons niet altijd vanzelf vinden.
3. Betere communicatie, meer zichtbaarheid
Wie weet wat het EVV doet? Wie weet dat wij onderhandeld hebben over de richtlijn inzake platformwerk? Of over zorgvuldigheidseisen voor bedrijven, de verordening tegen dwangarbeid, de bescherming tegen lood en andere stoffen? Wij wéten het, maar de Europese werknemers die we hiermee beschermen, nochtans ‘onze achterban’, weet dat te weinig. In tijden van fake news en extreemrechtse beïnvloeding is dat dodelijk. We moeten verhalen brengen die aanspreken, informeren, activeren. Geen saaie lange teksten, maar pamfletten die raken. En laten we het medium kiezen waar mensen zijn – online, fysiek, in de buurt, op het werk.
4. Tegenmacht organiseren
Een golf van deregulering en sociale afbouw beukt niet aflatend in op onze laatste zekerheidsdijken. Geloof me, die stopt niet vanzelf. Wij moeten mobiliseren – over landsgrenzen heen. Tegen de afbraak van arbeidsrechten, van collectieve onderhandelingen, van openbare diensten. De geschiedenis leert wat er gebeurt als mensen geen toekomst meer zien: dan wint de haat. Dan wint extreemrechts. Onze strijd voor sociale rechtvaardigheid is dus ook een strijd voor vrede. Wie vandaag investeert in sociale cohesie, in samenspel, voorkomt de conflicten van morgen.
SOCIALE RECHTVAARDIGHEID: HET BESTE VACCIN TEGEN HAAT
We gaan de stemmers van extreemrechts niet terughalen met een kleffe beleidsnota. Maar wél met een begeesterend sociaal project dat geloofwaardig is, zichtbaar, en gebaseerd op solidariteit en collectieve vooruitgang. Eén dat niet praat óver mensen, maar mét mensen. Daaraan moeten wij bouwen. Met vakbonden, met middenveld, met alle progressieve krachten die het verschil willen maken.
We weten waarvoor we het doen: voor al wie werkt, leeft, hoopt.
Laat ons verplichten het kind bij naam te noemen: zonder ons, geen verandering. Zonder vakbonden, geen sociaal Europa. Zonder tegenmacht, geen democratie die overeind blijft. Dus ja, we herbronnen, we heroriënteren, en we botsen onderweg zeker nog op drempels. Maar we doen het samen, verenigd. En we weten waarvoor we het doen: voor al wie werkt, leeft, hoopt.
Zelfs Ursula von der Leyen zou het moeten toegeven, al is het met tegenzin in een Eurostar vol lobbyisten: “Zonder vakbonden? Dan is er straks nog minder over van het sociale Europa dan van mijn kapsel na een NAVO-top.”
Deze bijdrage verscheen in de Zomerreeks 2025: Make Europe Great Again van Samenleving & Politiek.
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.