Dat Cieltje vriendelijk is en Ahmed een groot ego heeft, weten we ondertussen. Wat Brussel mist, is een transparant inhoudelijk debat. Alsof de impasse geen objectief politieke grond zou hebben.

Huidig Brussels 'facilitator' Yvan Verougstraete, © ID/Jef Van den Bossche
Begin september 2025. Ruim vijftien maanden na de verkiezingen. Brussel heeft nog altijd geen regering. Duiding en opiniemakers hebben het onderwerp uitgespit. Vermits je vandaag als politiek analist best psychologiestudies achter de rug hebt, kennen we de psychanalyse en het karakter van de belangrijkste protagonisten. Met een beter humeur was men er wel uitgeraakt. Alsof de impasse geen objectief politieke grond zou hebben. Alsof het vrij eenvoudig zou zijn – in de gegeven budgettaire context – een compromis tussen zoveel tegengestelden uit te schrijven.
Daarover hebben we, jammer genoeg, weinig gelezen of gehoord. Gelukkig weten we dat Cieltje vriendelijk is en Ahmed een groot ego heeft. Duiding? Kwaliteit? Brussel mist een transparant inhoudelijk debat. Brussel mist ook overleg met middenveld en administraties. Telkens een herhaling van elkeens verkiezingsprogramma is overbodig. Wat is de diagnose vandaag? Wat ontbreekt, is een gezamenlijke inschatting van de toestand. En een visie op de toekomst.
COMMUNITARISME
Niet vergeten dat de institutionele orde van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de coalitievorming verplicht te starten met bijkomstigheden. Het beleid en vooral het budget gaan immers vooral over gewestelijke bevoegdheden. Maar de communautaire orde van de Belgische staat zoekt eerst overeenstemming binnen taalgemeenschappen over persoonsgebonden materies. En daar liep het al vroeg mis. In het Vlaams was Groen de partij aan zet en in het Frans werd de MR voor het eerst formateur. Gewestelijk was de ene de drager van het Good Move mobiliteitsplan en de andere de grote tegenstander. Maar daarover mocht nog even niet worden gesproken.
Groen was de drager van het Good Move mobiliteitsplan en MR de grote tegenstander. Maar daarover mocht nog even niet worden gesproken.
In het Vlaams is men op zoek naar 9 zetels, waarvan Groen er al 4 levert. Nog even voor een goed begrip. Team Ahidar, een scheurpartij van Vooruit, behaalde 3 zetels. N-VA, Open VLD en Vooruit hebben elk 2 zetels en Vlaams Belang, PVDA en CD&V elk 1 (een scheurlijst van Vlaams Belang ook 1). Het werd moeilijk zoeken, omdat elke partij een regeringslid wil hebben en het onmogelijk werd een meerderheid met drie partijen te maken wegens de exclusieve tegen Fouad Ahidar, door sommige liberalen demagogisch weggezet als een jihadist. Eerst maandenlang Vlaamse blokkeringen dus, zonder dat PS-leider Ahmed Laaouej al iets had gezegd. De Vlaamse politieke analisten zagen toen geen graten in een niet constitutionele constructie waarin Groen, Vooruit, Open VLD en N-VA beslisten - naast de drie regeringsposten - ook een regeringscommissaris aan te duiden, met nog te bepalen bevoegdheden, wel met een ministerportefeuille. Daardoor werden de VGC-onderhandelingen afhankelijk van de goedkeuring van de Franstalige partijen. En dus niet vanwege onbetamelijke inmenging van de Franstaligen, zoals onze analisten voorhouden. Bouchez bood in het weekend van 11-12 juli 2025 met een “Belgisch compromis” een mogelijke uitweg: een MR-staatssecretaris voor N-VA. Afgeschoten omdat leerling-tovenaar Bouchez verschillende afspraken had gemaakt met PS en N-VA.
De Franstaligen hebben een andere klus te klaren. Na twintig jaar oppositie werd de MR de grootste partij (20 zetels), vooral wegens het verlies van de PS (17) en de groei van PTB (14). Ook Les Engagés (8) hadden zich hersteld, en er was een electoraal debacle voor Ecolo (7) en Défi (4). MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez wilde als een stormram rond de Waalse as met Les Engagés meteen ook in Brussel een stevige ruk naar rechts doorvoeren. Zijn (toenmalige?) lokale voorman, David Leisterh, begreep wel dat de krachtsverhoudingen in Brussel helemaal anders lagen en dat rechts Brussel in het Frans geen meerderheid heeft.
In tegenstelling tot in Wallonië, kon de PS in Brussel niet zomaar in de oppositie worden gedrukt.
Dus kon, in tegenstelling tot in Wallonië, de PS hier niet zomaar in de oppositie worden gedrukt. Zo zat Ahmed Laaoues in een sterke positie om de jarenlang opgebouwde inplanting van de sociaaldemocratie in het Brusselse middenveld te verdedigen. Vanuit die positie aanvaardde hij, in tegenstelling tot Magnette, te onderhandelen over een meerderheid in de Cocof. Hoewel ook daar – dat gaat over cultuur, onderwijs, welzijn en zorg – de posities van MR en PS bijna onverzoenlijk zijn. (Zo voerde Bouchez campagne tegen een minister van Cultuur, wil hij de openbare omroep privatiseren en als Margaret Thatcher het middenveld decimeren!) Ik las het voorbije jaar nergens een analyse over hoe in die relatie met het middenveld beide partijen een compromis zouden kunnen uitwerken. De karakteranalisten hielden zich immers niet bezig met de inhoud.
En dan hebben we het nog niet gehad over de gewestmateries en -begroting. Ook daar liggen enkele torenhoge uitdagingen op tafel.
GEEN GELD MEER
De gewestbegroting bedraagt ruim 7 miljard, waarvan 1,75 miljard geleend. Voor de gemeenschappelijke gemeenschapsbevoegdheden (CoCom-GGC) komt daar nog eens 1,8 miljard bij. Voeg daarbij de middelen van Cocof en VGC en je komt tot een totale begroting van zowat 9,5 miljard euro. Alle begrotingen zijn deficitair en verhogen zo telkens weer de schuldenlast die weldra zal oplopen tot meer dan 14 miljard. Dat structurele onevenwicht heeft ongetwijfeld te maken met de dure institutionele lasagne en dus te hoge personeelskosten, maar vooral toch met de totale mismatch tussen het gewest en de economische ruimte: Brussel produceert 18,3% van het bbp, maar ruim 400.000 werknemers in Brussel betalen er geen belastingen. En dat wordt niet volledig gecompenseerd door federale overdrachten, temeer daar de Belgische regering zelf haar eigen opdrachten in Brussel (migratie, OCMW, politie) al onvoldoende financiert.
In de complexiteit van de Belgische institutionele organisatie hangt de financiering van Brussel altijd samen met geld dat van elders komt.
In de complexiteit van de Belgische institutionele organisatie hangt de financiering van Brussel altijd samen met geld dat van elders komt. Maar in gelijk welk scenario is “herfinanciering”, zoals sommige partijen voorstellen, een onvoldoende oplossing. Er zal ook binnen het gewest een bezuiniging moeten worden uitgewerkt. Elke coalitie staat dus ook voor een zware besparingsopdracht.
En dan is natuurlijk de vraag wie daartoe moet bijdragen. De Vlaamse partijen zeggen al lang dat op de instellingen kan worden bespaard. Fuseer de politiezones en de gemeenten. Rationaliseer de administraties (in Brussel houden vijf grote instellingen zich bezig met ruimtelijke ordening: Perspective, Urban, Leefmilieu Brussel, Brussel Mobiliteit en SAU-MSI; zonder het dan te hebben over operatoren als CityDev of de Huisvestingsmaatschappij).
De Vlaamse partijen willen vooral de Franstalige instellingen rationaliseren, maar houden de eigen gemeenschapsvoorzieningen wel telkens buiten schot.
De verkokering afbouwen, is zeker noodzakelijk. De Vlaamse partijen willen vooral de Franstalige instellingen rationaliseren, maar houden de eigen gemeenschapsvoorzieningen wel telkens buiten schot. En dat wordt nu met de “Totaalplanning” van Vlaams N-VA-minister voor Brusselse Zaken, Cieltje Van Achter, nog explicieter. Ze willen een aparte Vlaamse staat binnen het gewest vrijwaren, terwijl ze graag paritair bestuur uitbreiden in een eenmaking van de gemeenten, of in een overdracht van Franstalige communautaire bevoegdheden naar het gewest. De Vlaamse olifant in de kamer blijft: wil men de Brusselse instellingen eenmaken, dan zal men ook het paritair bestuur van die instellingen moeten inruilen voor een echte democratie. De Franstalige partijen zullen nooit gemeenten of andere instellingen aanvaarden waar minder dan 10% van de bevolking omwille van de taal de helft van de macht krijgt. Nogal wiedes.
Dat is de kern van het verzet van Laaouej tegen N-VA. En daarover is de discussie in Vlaanderen afgedekt. Intussen beleven we eerder een communautair terugplooien op het “eigen volk”, een kwalijke tendens die bij sommige geloofsgemeenschappen wordt aangeklaagd maar nooit leidt tot een zelfkritiek bij de witte middenklasse.
GEBREK AAN VISIE
Brussel is de grootste stad van het land en de meest diverse van Europa. Ze wordt dus geconfronteerd met zeer complexe stedelijke problemen, die voor de meeste van onze politici te complex lijken. De klimaatuitdaging wordt in een stad zeer concreet in luchtkwaliteit, files, openbaar vervoer, renovatieopdrachten in 250.000 (!) huizen, groene en blauwe netwerken. Dat vergt telkens zeer structurele ingrepen met grote impact en vooral met telkens weer grote controverses. Zeker in een stad die overwegend in private handen is. Dat was het geval met Good Move, een ingrijpend mobiliteitsplan met zowel modal shift als herziene circulatie. Een eigenaardige coalitie tussen MR en PVDA nam het in een populistische mobilisatie op voor het autoverkeer en maakt het mede de inzet van de verkiezingen. En vandaag zou die heftige polarisatie in een meerderheidscoalitie even snel moeten worden overbrugd. Tja. Simpele opiniemakers.
Ruim 50.000 gezinnen wachten in Brussel op een sociale woning. Een structuurfout in de Brusselse economie, die voor ruim de helft met pendelaars werkt.
En dan blijft er de meest schrijnende onopgeloste tegenstelling. De Brusselse economie levert ruim 835.000 arbeidsplaatsen, de meest hooggeschoolde arbeidsmarkt van Europa, met ruim 90% in diensten en zorg. Dat maakt haar tot een rijk gewest in Europa. Maar er zijn ook meer dan 90.000 werklozen, waarvan de helft langer dan twee jaar. Eén derde van de bevolking leeft op of onder de armoedegrens. Ruim 50.000 gezinnen wachten op een sociale woning. Een structuurfout in de Brusselse economie die voor ruim de helft met pendelaars werkt. Vandaar ook een ruimtelijke sociale kloof met een zeer arm stadscentrum en een rijke periferie (vooral buiten het gewest). En ook daarover zijn de meningsverschillen tussen liberalen en socialisten zeer groot. De enen willen de stad snel “omvolken” in een beleid gericht op de middenklasse, de anderen willen via de gemeenten hun electoraat blijven ondersteunen.
Nu al die dilemma’s op scherp zijn gesteld, enerzijds door de rechtse golf federaal, in Vlaanderen en in Wallonië, en anderzijds door de catastrofale financiële situatie in Brussel, is het erg oppervlakkig de politieke analyse te herleiden tot een kwestie van persoonlijkheden. Er zijn wel degelijk verschillende scenario’s, maar voor geen enkele is er snel een politieke meerderheid te vinden. Dat is de werkelijkheid. In feite heeft geen enkele van de geïrriteerde opiniemakers ooit echt een evenwichtige uitweg voorgesteld. En dat zegt veel over de lamentabele gedepolitiseerde duiding waarmee we het moeten stellen.
HET MIDDENVELD REAGEERT
De afwezige regering en budgettaire context bezorgt het Brusselse middenveld koude rillingen. Het opvangen van de maatschappelijke schokken in een zeer complexe en veelal onwerkbare institutionele organisatie is vooral het werk van een zeer flexibele civiele maatschappij. Ook na jarenlange bezuinigingen heeft Brussel een zeer creatieve en gemotiveerde culturele sector, een uitgebouwd zorgsysteem, het beste openbaar vervoer van het land en zeer vele toegewijde vzw’s. Maar een nieuwe budgettaire kaalslag zullen velen niet overleven. Door de lopende zaken en de subsidiëring in twaalfden is termijnplanning onmogelijk. En gezien het Arizonabeleid, ziet de toekomst er nog uitdagender uit.
Ook na jarenlange bezuinigingen heeft Brussel een zeer creatieve en gemotiveerde culturele sector.
Over de stad zonder regering verschenen in het najaar 2024 al enkele kritische opiniestukken van academici. Joost Vandenbroele, vroeger Picnic the Streets en Bral, organiseerde op 23 maart een stille betoging aan de Beurs van 89 minuten (er zijn 89 parlementsleden). In januari 2025 kwam vanuit de Louis Paul Boon-kring een oproep tot een platform van het middenveld met vertegenwoordigers uit de kunsten, de zorg en het sociaal-cultureel werk. Een decennium na de Staten-Generaal van het Brusselse Middenveld werd een nieuwe petitie gelanceerd: “[Nous existons toujours! Wij bestaan nog altijd!](https://www.petitionenligne.be/nousexistonstoujourswijbestaannogaltijd) La société civile bruxelloise veut des actes. Het Brusselse middenveld wil actie”. Op 4 april werd voor het Brusselse parlement een ludieke actie ondernomen vooral gedragen door de cultuurwerkers. Eén jaar na de verkiezingen, op 9 juni, werken beiden samen aan een nieuwe betoging met een paar honderd aanwezigen. Enkele initiatieven en acties, maar vooral veel bang afwachten en daardoor ook angst om riskante politieke uitspraken te doen. Zeker geen mobilisatie zoals de Gentse “trekzakrevolutie” van oktober 2024 die een duidelijke politieke voorkeur uitsprak.
PROGRESSIEVE MEERDERHEID
Alle formules werden uitgeprobeerd, uitgezonderd ééntje voor de hand liggend. In de Franse media overweegt de doorbraak van Bouchez en dus de nadruk op conservatief beleid. Maar Brussel heeft in feite nog steeds een progressieve meerderheid: 38 op 72 Franstalige zetels en 10 op 17 Nederlandstalige zetels. Samen een ruime meerderheid van 48 zetels tegenover 38 voor de rechterzijde (er zetelen 3 onafhankelijken). Die lezing van de verkiezingsuitslag werd verhuld. Omdat de media de vele exclusieven als evident ondersteunden. Neen aan Team Fouad Ahidar. Neen aan PTB-PVDA, nochtans een grote overwinnaar in Brussel. Alsof geheel België een ruk naar rechts had gemaakt. Nog een mooie case van hoe media en opiniemakers door framing een hegemonie ondersteunen.
Tot de leiding van de Mouvement Ouvrier Chrétien (MOC) in april 2025 een informele bijeenkomst regelde voor de linkse partijen. Een primeur voor Brussel (PS en PTB hadden tot dan nog niet bijeengezeten). Nadien publiceerden een aantal opiniemakers rond Henri Goldman een 1-mei oproep waarin werd opgeroepen tot die progressieve meerderheid. Een beetje buiten verwachting reageerde Ahmed Laaouej daags nadien in een radio-interview positief op die oproep. Elke partij ging rond de tafel zitten, hoewel de afstand groot was. Natuurlijk was PTB niet happig in een bezuinigingstraject. Ecolo, in diepe crisis, verkiest nog steeds een oppositiekuur om zichzelf heruit te vinden. Groen wil weten wat er met de tegenstand tegen Good Move zal gebeuren. Maar er is tenminste gepraat. Gedurende zes weken werd er onderhandeld, met inbegrip over een budgettair plan. Ook in het parlement, waar die progressieve meerderheid rond enkele belangrijke dossiers zoals huurprijzen en ook Gaza tot een gezamenlijk standpunt kwam. Moeizaam kwam een nieuwe dynamiek tot stand. Tot Vooruit er op vrijdag 13 juni 2025 de stekker uittrok.
Moeizaam kwam een nieuwe dynamiek tussen linkse partijen tot stand. Tot Vooruit er op vrijdag 13 juni 2025 de stekker uittrok.
Dat kwam nog eens van hogerhand. Daar is geen enkele Brusselse ledenvergadering voor bijeen geroepen. Vooruit wil geen Gentse toestanden meer. De Brusselse regeringsvorming wordt immers gestuurd vanuit de particratie die een rechts project voor het land draagt. Bouchez, Rousseau en De Wever bepalen de marsrichting. Door zelf uit de besprekingen voor een linkse meerderheid in Brussel te stappen, benadrukt Vooruit haar keuze voor het centrumrechtse project van Arizona. Rousseau is een loyale partner, niet om de rechtse regimeshift zoveel mogelijk af te remmen, maar om het compromis met MR en N-VA actief door te drukken. En daartoe mag er in Brussel geen ander project ontstaan. Vooruit is vandaag een centrumrechtse sociaaldemocratie geworden. Parlementsvoorzitster Freya Van den Bossche gebruikte haar spreekgestoelte op 11 juli om de Brusselse politiek de les te lezen. Net die politica die in Gent het linkse kartel inruilde voor een alliantie met de liberalen, een meerderheid met N-VA wilde vormen en vandaag de financiële catastrofe in de Gentse stadskas aanpakt met massale ontslagen. De partij heeft gebroken met haar socialistisch verleden. Zoals ze in de jaren 1990 de neoliberale draai van de burgerij is gevolgd, wordt ze vandaag een schakel in de conservatieve restauratie.
Dat alles laat een politieke puinhoop achter in Brussel. Het heersende institutionele model is in crisis omdat het weliswaar de Belgische staat vertegenwoordigt, maar haaks staat op de realiteit van de Brusselse samenleving. De meerderheid van de bevolking herkent zich niet in de instellingen. De politieke families zijn allen in een communautaire kramp geslagen. PS en Vooruit liggen op ramkoers. Ecolo en Groen hebben geen project samen. Liberalen worden conservatieven. De nieuwe Brusselse Open VLD-voorzitter, Frédéric De Gucht, moet breken met het sociaalliberalisme van Gatz en Van Hengel om de rechtse dynamiek van MR te volgen. N-VA mag dan wel de partij van de premier zijn, ze is in geen enkele Brusselse gemeente verkozen en dus een puur top-down verlengstuk van De Wever. De groei zit in partijen die door het systeem worden geweerd: PTB-PVDA en Team Fouad Ahidar.
Door de keuze van Vooruit wordt de Brusselse PS opnieuw in het centrumrechtse project van MR-Les Engagés geduwd.
Door de keuze van Vooruit wordt de Brusselse PS opnieuw in het centrumrechtse project van MR-Les Engagés geduwd. Dat wordt dus een bezuinigingstraject gedragen door het conservatieve “primaat van de politiek” waarin het zelfstandig middenveld grotendeels wordt afgebouwd en vervangen door een parastatale werking. De sociale crisis van een onaangepast systeem zal worden afgewenteld op een deel van de bevolking, terwijl zal worden bezuinigd op herverdeling en sociaal werk. De helft van de Brusselse werklozen moet naar de OCMW’s. De woningcrisis zal zich uitdiepen. 250.000, vooral huurwoningen, moeten worden geïsoleerd. Weldra leeft ruim 40% van de bevolking in de hoofdstad van Europa in armoede. Het is evident dat het verwachte beleid zal leiden tot veel weerstand en sociale onrust. Geen erg rooskleurig beeld.
ALTERNATIEF VOORBEREIDEN
Om de impasse en de slepende crisis is Brussel te doorbreken, is een ander plan van aanpak nodig. Vandaag vertrekt het Brussels beleid van de “persoonsgeboden materies”, vanuit de Belgische taalverschillen, vanuit de gemeenschappen. Dat werkt verdeeldheid en communitarisme in de hand en leidt uiteindelijk tot een individualistische desinteresse in de politiek. Dat uitgangspunt is de oorzaak van de Brusselse uitzichtloosheid. Wij verdedigen al lang een ontwikkelingsvisie die vertrekt vanuit de Brusselse ruimte, vanuit het ecosysteem, vanuit samenleven in stedelijke context zelf. Vervang het communitarisme door stedelijkheid.
Brussel is lang niet meer de bicommunautaire stad van de Belgische instellingen. Onder de 1,25 miljoen inwoners is bijna 40% vreemdeling.
Brussel is lang niet meer de bicommunautaire stad van de Belgische instellingen. Onder de 1,25 miljoen inwoners is bijna 40% vreemdeling. En bij de tweederde Belgen heeft meer dan de helft een migratieachtergrond. Dat levert een stad op waarbij “les Belges de souche” in de minderheid zijn (20%) en dan nog eens twee aparte integratiemodellen aanbieden. Het Brussels communitarisme blokkeert de weg naar burgerschap. Terwijl de meerderheid van de bevolking taalgemengd is, zeer divers en op zeer hybride manier gebruik maakt van het aanbod.
De ruimtelijke ontwikkeling heeft al een masterplan, namelijk het Gewestelijk Ontwikkelingsplan. Het geeft duidelijk aan hoe en waar de stad te ontwikkelen. Het is vooral zaak de ondergeschikte besturen, gemeenten en administraties, op die lijn te krijgen en te doen samenwerken. Het lokale ecosysteem is bekend. Daartoe moeten enerzijds groene en blauwe ingrepen gebeuren, vooral in het centrum, en anderzijds in overleg met het ommeland een gezamenlijk beleid over voedsel, mobiliteit, wonen en recreatie worden besproken. (En dat wordt nu door N-VA geblokkeerd). Dat grootstedelijk beleid moet vooral worden doorgetrokken op wijkniveau. De kaart en de wijkmonitoring tonen 145 wijken waarvan 118 woonbuurten. Wil men echt een beleid voor de 10-minuten stad, voor een circulaire lokale economie, voor de korte keten en de recyclage, dan moet er een duurzame wijkontwikkeling komen, gebaseerd op basisbehoeften, een “essentiële economie”.
Om zo’n beleid vorm te geven, is een institutionele hervorming nodig en in afwachting moet er vooral worden samengewerkt. Want de versnippering is niet alleen een kwestie van gemeenten en gemeenschappen. Ook van administraties. Die verkokering met elk een aparte voogdijminister laat geen gezond beleid toe. Er moet dus ook een open niet-dogmatische discussie komen over een aangepast cultuurbeleid voor de meest diverse stad van Europa. En een administratieve fusie van de politiezones alleen zal niets oplossen zonder ook een volkomen andere visie op openbare ordehandhaving.
Er zijn drie voorwaarden voor zo’n omkering: politiek leiderschap, een contract met het middenveld en een draagvlak bij de bevolking. Zo bekeken lijkt dat een onmogelijke opdracht voor de huidige generatie politici in het Brussels gewest. Ze bereiden zich voor op een nieuwe bezuinigingsronde die zowel het middenveld als een belangrijk deel van de bevolking pijn zal doen. Het zou dan goed zijn dat de grote sociale organisaties, dat de civiele maatschappij, zich opnieuw organiseren. In 2008 en 2009 heeft de mobilisatie rond een Staten Generaal van het Brusselse middenveld ook al eens aan de boom geschud. Er moet ergens een platform ontstaan voor een vernieuwend project. Dat zal dit keer samen met politici, maar zonder de particratie, moeten worden uitgewerkt. De Brusselse civiele maatschappij zal, wil ze overleven in de aankomende Arizonagolf, zelf een alternatief beleid, met inbegrip van rationalisatie en zuinigheid moeten uitwerken. Dat kan vanuit een gebiedsgerichte werking.
De basistegenstelling zal blijven: ofwel wordt Brussel geregeerd met de federale Arizonabril ofwel in een coalitie met de bevolking zoals ze is.
Van de partijen en de instellingen zal het niet komen. Allen denken al aan de verkiezingen van 2029. Na een vakantie tot 15 augustus, kreeg Les Engagés-voorzitter, Yvan Verougstraete, als “facilitator” de gesprekken weer op gang. In februari-maart waren Elke Van den Brandt en Christophe De Beukelaer al eens als “informateur” aan de slag geweest. Het ziet er nu naar uit dat het een coalitie wordt met zeven partijen: MR, PS en Les Engagés en Groen, Vooruit, Open VLD en CD&V. Het project moet nog worden onderhandeld, maar de basistegenstelling zal blijven: ofwel wordt Brussel geregeerd met de federale Arizonabril ofwel in een coalitie met de bevolking zoals ze is.
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.