Klimaatmigratie wordt vaak anders gezien dan ze is. Wat als AI onze blinde vlekken blootlegt? Tijd voor nieuwe verhalen en echte solidariteit.

Beeld ChatGPT met als prompt: een visual van witte mensen op de vlucht voor klimaatverandering, op hun weg naar veiligere oorden na een extreme weersgebeurtenis.
Onlangs was ik op een conferentie aan de Universiteit van Durham over klimaat(im)mobiliteit. Het thema was veelzeggend: "Reimagining Climate (Im)mobilities in the Panicocene". Het Panicocene is niet het tijdperk van paniek zoals men zou kunnen afleiden, maar eerder het specifieke tijdperk waarin klimaatverandering en migratiepatronen samenkomen in vervormde stromen van narratieven die angsten en discriminatie aanwakkeren.
Het beloofde een boeiende conferentie te worden. Op dag 2 staken we de handen uit de mouwen tijdens een workshop over hoe effectief te communiceren over klimaatgeleide migratie. Studies wijzen immers uit dat narratieven en frames een ‘WEIRD’ onderzoeksfocus hebben: Western, Educated, Industrialised, Rich, Democratic. We hoorden dat hiernaast ook een voorkeur heerst voor bepaalde methodologieën en stemmen, en een gebrek aan samenwerking met mensen die praktijkervaring hebben. Als tips om klimaatgerelateerde migratie te visualiseren, kregen we mee: wees je bewust van je vooroordelen, vertel echte gedetailleerde empathische verhalen, kijk verder dan alleen de verplaatsing zelf, en werk samen met degenen die aan bod komen. Helder.
Onze groep, onderzoekers zoals ikzelf, maar ook artiesten en journalisten, bedacht een verhaallijn die focuste op solidariteit: we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. We kozen voor Europese slachtoffers van klimaatverandering als invalshoek. Klimaatverandering vindt nu plaats, is niet geografisch gelokaliseerd en houdt niet op bij kunstmatige grenzen. Hieraan wilden we een foto toevoegen van een vrouw die getroffen is door extreme weersomstandigheden en geïnterviewd wordt, met een foto van het huis dat ze achterlaat – als contrast met het typische beeld van bruine en zwarte mensen die op blote voeten vluchten voor overstromingen of droogte.
Kortom: we wilden het beeld van de “witte klimaatvluchteling” introduceren en normaliseren.
AI ONTHULT REALITEIT
We besloten een mock-up te presenteren. Enter ChatGPT. Hoewel niemand van ons fan was van de tool, leek het handig. De prompt was duidelijk: een visual van witte mensen op de vlucht voor klimaatverandering, op hun weg naar veiligere oorden na een extreme weersgebeurtenis.
Het resultaat was onthullend. ChatGPT bleek niet in staat om dit voor elkaar te krijgen. Het was makkelijker voor de tool om dystopische figuren voor te stellen dan witte klimaatvluchtelingen. Het begon goed met "There's Marcus, the brooding German engineer" maar vervolgde met "young Moroccan woman" en "the Mediterranean sea", tot zover de expliciete prompt om witte Europese mensen af te beelden. Maar nog opvallender was de afbeelding die ChatGPT genereerde (zie foto). In plaats van witte klimaatvluchtelingen produceerde de AI iets veel verontrustenders: dystopische figuren zonder duidelijke menselijke gezichten op een boot. De beelden waren vaag, onmenselijk, eerder futuristisch dan realistisch. De enige niet-witte persoon had wel een menselijk gezicht. Het was alsof de AI het makkelijker vond om dystopische, niet-menselijke wezens te creëren dan concrete witte mensen in nood af te beelden.
Voor de AI is dystopie letterlijk makkelijker voor te stellen dan witte klimaatvluchtelingen.
Dit was precies het probleem: voor de AI – en misschien voor onze collectieve verbeelding – was dystopie letterlijk makkelijker voor te stellen dan witte klimaatvluchtelingen. Ook de geografische keuze van scene was veelzeggend: de Middellandse Zee, waar zovelen het leven laten in hun zoektocht naar vrede en stabiliteit. De AI genereerde een verhaal over "crystal-clear waters of the Mediterranean" die "murky brown" zijn geworden, over "skeletal remains of buildings" en een "jacht" als "makeshift refuge for the few who've managed to escape the devastation."
Dit moment illustreerde perfect het concept van het Panicocene. Niet zomaar een tijdperk van paniek, maar specifiek het tijdperk waarin klimaatverandering en migratiepatronen worden samengesmolten tot een bedreigend verhaal dat angst en discriminatie voedt, zoals Elena Giacomelli en Valentina Cappi het definiëren. Het Panicocene werkt door de kracht van representaties en verhalen op sociale verbeeldingen. Onze poging om nieuwe verhalen te creëren over klimaatmigratie was zelf een symptoom van deze dynamiek. We probeerden wanhopig de frames te doorbreken, maar werden geconfronteerd met de grenzen van onze eigen verbeelding en die van onze technologie. Het concept benadrukt niet alleen angst, maar toont hoe verhalen en beeldvorming kunnen leiden tot uitsluiting en vervreemding van mensen die gedwongen zijn te verhuizen. Trouwens “klimaatmigratie” an sich is een frame, waaraan ik mezelf ook schuldig maak, ook in dit stuk. Beter hebben we het over klimaat(im)mobiliteit.
WHITE AFFECT
ChatGPT's onvermogen illustreert wat Andrew Baldwin beschrijft als "white affect", een concept dat hij uitwerkt in zijn baanbrekende analyse van klimaatmigratiediscours. Baldwin argumenteert dat het discours over klimaatverandering en migratie een specifieke raciale oriëntatie op klimaatverandering genereert die hij "white affect" noemt. Dit is niet zomaar een gevoel, maar een manier waarop witte angst voor klimaatverandering wordt gebruikt om beleid te rechtvaardigen dat uiteindelijk migranten uitsluit. Deze angst wordt als het ware politiek ingezet: door te focussen op bedreiging en onzekerheid, worden striktere grenscontroles en restrictievere migratieregels maatschappelijk acceptabel gemaakt.
In zijn recente boek "The Other of Climate Change: Racial Futurism, Migration, Humanism" gaat Baldwin nog veel verder. Hij introduceert het concept "racial futurism", een vorm van raciale heerschappij die aanspraak maakt op de toekomst door de raciale ander te construeren als datgene wat zou kunnen gebeuren als er geen inspanningen worden ondernomen om die toekomst te voorkomen. De figuur van de klimaatmigrant wordt zo ingezet om wat Baldwin "white humanism" noemt te reanimeren op een moment dat geofysische fenomenen zoals klimaatverandering en het Antropoceen dreigen het menselijke volledig uit te wissen.
ChatGPT's dystopische beelden bevestigen precies Baldwins analyse. Zelfs expliciete instructies om witte klimaatvluchtelingen af te beelden konden deze diepgewortelde structuren van white affect niet doorbreken. De AI reproduceerde automatisch de raciale clichés die Baldwin identificeert: naturalisering (de Marokkaanse vrouw wordt geassocieerd met klimaatvluchtelingen), ambiguïteit (de figuren blijven vaag en onmenselijk), en verlies van politieke agency (ze worden slachtoffers in plaats van actoren).
MOBILITY JUSTICE
Op datzelfde congres was Mimi Sheller de hoofdspreker. Alhoewel haar interventie ging over de VS, waar criminalisering van migratie en militarisering van migratiepolitiek genormaliseerd worden, biedt haar bredere onderzoek over “mobility justice” een verdiepend kritisch kader om ChatGPT’s falen te begrijpen.
In haar invloedrijke boek "Mobility Justice: The Politics of Movement in an Age of Extremes" toont Sheller aan dat menselijke mobiliteit nooit neutraal is geweest, maar altijd al verweven met macht en ongelijkheid. Zij analyseert hoe mobiliteit wordt "gekanaliseerd, gevolgd, gecontroleerd, bestuurd, onder toezicht gehouden en altijd ongelijk gestructureerd door gender, ras, etniciteit, klasse, kaste, kleur, nationaliteit, leeftijd, seksualiteit, handicap, enzovoort."
De crises zijn niet natuurlijk of onvermijdelijk – ze zijn het directe gevolg van hoe mobiliteit historisch is georganiseerd.
Voor Sheller is de huidige situatie geen toeval, maar het resultaat van wat zij de "triple crisis" noemt: klimaatverandering, verstedelijking en vluchtelingencrises. Deze crises zijn niet natuurlijk of onvermijdelijk – ze zijn het directe gevolg van hoe mobiliteit historisch is georganiseerd. Sheller laat zien dat degenen die zij "kinetic elites" noemt – de welvarende 10% die zeer mobiel is – verantwoordelijk zijn voor een disproportioneel grote uitstoot van broeikasgassen door hun energie-intensieve levensstijl van vliegtuigvakanties, suburbanisatie en consumentisme.
Dit creëert een perverse paradox: dezelfde groep die klimaatverandering veroorzaakt door hun hypermobiliteit, beperkt vervolgens systematisch de mobiliteit van degenen die gedwongen worden te migreren door de gevolgen van die klimaatverandering. Sheller’s analyse van "mobile borders" toont aan dat grenzen niet statisch zijn, maar actief worden gemobiliseerd om bepaalde bewegingen toe te staan (toeristen, zakenmensen, studenten) en andere tegen te houden (vluchtelingen, arbeidsmigranten, klimaatmigranten).
Shellers concept van de "mobility commons" is hier cruciaal. Zij argumenteert dat mobiliteit zou moeten worden begrepen als een gemeenschappelijk goed, maar dat deze commons zijn "enclosed", ingesloten door kapitaal en staat om privilege te beschermen en ongelijkheid in stand te houden. Deze enclosure werkt niet alleen door fysieke barrières zoals muren en checkpoints, maar ook door technologische systemen, juridische frameworks, en precies het soort representatieve systemen die ChatGPT reproduceert.
KOLONIALE WORTELS
Shellers eerdere werk over het Caribisch gebied, "Consuming the Caribbean", demonstreert hoe de huidige mobiliteitspatronen diepgeworteld zijn in koloniale geschiedenis. Europese en Noord-Amerikaanse consumptie van het Caribisch gebied – van suiker en rum tot contractarbeiders en toerisme – heeft mobiliteitssystemen gecreëerd die koloniale uitbuiting voortzetten weliswaar in hedendaagse vormen.
Deze historische lens is essentieel om ChatGPT's visualisatie van witte klimaatmigranten te begrijpen. De AI reproduceert niet alleen huidige vooroordelen, maar eeuwenlange patronen waarin witte mobiliteit wordt geassocieerd met privilege, exploratie, consumptie en recreatie, terwijl niet-witte mobiliteit wordt geframed als bedreiging, probleem, noodsituatie of humanitaire crisis. Zelfs in een dystopische toekomst krijgen witte “lichamen” in de AI's verbeelding toegang tot boten die eerder aan een zeiltripje doen denken dan aan gedwongen migratie.
Zelfs in een dystopische toekomst krijgen witte “lichamen” in de AI's verbeelding toegang tot boten die eerder aan een zeiltripje doen denken.
Haar analyse van "differential mobilities" toont hoe verschillende groepen mensen totaal uiteenlopende ervaringen hebben van mobiliteit. Voor kinetic elites is mobiliteit ‘empowerment’, avontuur, carrièrekansen. Voor klimaatmigranten is het overleven, wanhoop, gevaar. Deze uiteenlopende ervaringen zijn niet spontaan ontstaan, maar het product van wat Sheller "mobility regimes" noemt, gestructureerde systemen die bepalen wie waar naartoe mag, onder welke omstandigheden, en met welke rechten en bescherming.
DE PARADOX VAN ABSTRACTIE
Bernie Sanders zei recent dat we gewend zijn om over de oligarchie in abstracte termen te denken, terwijl Trump dit verpersoonlijkt als "a government of billionaires”. Hetzelfde geldt voor klimaatmigratie: we kunnen het abstract bespreken, maar concrete visualisatie valt terug op stereotypen.
Deze parallel is niet toevallig. Zowel Baldwin als Sheller wijzen erop dat de onzichtbaarheid van wit privilege cruciaal is voor het functioneren ervan. “White affect” werkt precies doordat het zich voordoet als universeel en neutraal. De elites blijven onzichtbaar in discoursen over klimaatmigratie, terwijl hun levensstijl de hoofdoorzaak is van het probleem. We kunnen wel theoretiseren over klimaatrechtvaardigheid, maar we kunnen het ons niet voorstellen. AI toonde onze cognitieve beperkingen. Dystopie was makkelijker te genereren dan witte klimaatvluchtelingen. Voor velen is de dystopie precies dat: witte mensen die hun privileges verliezen.
TAALKUNDIGE APARTHEID
De manier waarop we mobiliteit labelen, is cruciaal. Ze toont de werking van zowel white affect als mobility injustice. Duitse families die evacueerden tijdens de overstromingen in 2021 werden "ontheemden”, Griekse eilandbewoners die vluchtten voor bosbranden waren "evacuees”. Maar wanneer niet-witte mensen hetzelfde doen vanwege klimaatgerelateerde redenen, worden ze "klimaatvluchtelingen" of "migranten”, woorden met een heel andere lading.
Deze taalkundige apartheid vertaalt zich direct in beleid. EU-burgers genieten van vrij verkeer, sociale zekerheid en arbeidsrechten. Niet-EU-burgers worden geconfronteerd met Dublin-regulering, detentiecentra en deportatie. En sinds kort is er sprake van ‘binnenkomstcontroles’ op Brussels Airport door agenten waarvan we nog niet weten waar vandaan we ze zullen halen. Onze verhalen over klimaatverandering versterken deze ongelijkheden. Bepaalde vormen van migratie worden als 'normaal' of 'natuurlijk' gepresenteerd, andere als ‘problematisch’.
TECHNOLOGIE ALS VERGROOTGLAS
AI-systemen trainen op bestaande data. Ze reproduceren daarom niet alleen onze vooroordelen, maar versterken ze. ChatGPT's falen was niet alleen technisch, maar onthulde de grenzen van onze collectieve verbeelding. Het fungeerde als een vergrootglas dat oncomfortabele waarheden toonde over hoe we klimaatmigratie conceptualiseren.
Zolang klimaatmigratie wordt geframed als iets dat "anderen" overkomt, falen we in het creëren van urgentie voor structurele verandering.
Het probleem ligt dieper dan beeldvorming. Zolang klimaatmigratie wordt geframed als iets dat "anderen" overkomt, falen we in het creëren van urgentie voor structurele verandering. Klimaatverandering beïnvloedt al Europese mobiliteit, maar krijgt andere labels die de politieke implicaties verhullen.
SOLIDARITEIT HERDEFINIËREN
Het doel van de workshop – solidariteit in berichtgeving benadrukken via de boodschap van "we zitten allemaal in hetzelfde schuitje" – bleek dus veel complexer dan gedacht. ChatGPT's jacht versus rubberboot toont dat dit schuitje in onze verbeelding diep gesegregeerd blijft.
Echte solidariteit vereist wat zowel Baldwin als Sheller benadrukken: erkenning dat klimaateffecten ongelijk verdeeld zijn en dat onze antwoorden deze ongelijkheid vaak vergroten. Het betekent erkennen dat degenen die het minst hebben bijgedragen aan het probleem, het zwaarst worden getroffen. Maar het betekent ook erkennen dat white affect en mobility injustice structurele problemen zijn, niet alleen individuele vooroordelen.
VOORBIJ HET PANICOCENE
Op de terugweg van het congres in Durham zat ik in de trein na te denken over wat dit allemaal betekent. Terwijl het Engelse landschap voorbijgleed, realiseerde ik me dat ik zelf precies het voorbeeld ben van wat Sheller de "kinetic elite" noemt: ik reis gemakkelijk tussen landen voor onderzoek, conferenties en vakantie. Mijn mobiliteit is een privilege dat miljoenen mensen niet hebben. Het Panicocene, dit tijdperk van constante paniek over 'invasie' en 'belegering' door zowel migranten als klimaatrampen, laat zien hoe gefixeerd we zijn op het beschermen van 'ons' tegen 'hen'. Maar wie is dat 'ons' eigenlijk? En waarom sluiten we zo makkelijk anderen buiten?
We hebben nieuwe verhalen nodig, dat zeker. Maar het creëren daarvan vereist meer dan betere AI-prompts.
We hebben nieuwe verhalen nodig, dat zeker. Maar het creëren daarvan vereist meer dan betere AI-prompts. Het vergt wat Baldwin en Sheller beide benadrukken: een fundamentele herziening van hoe we over mobiliteit, nationaliteit en klimaatverandering denken. Het vergt de moed om oncomfortabele vragen te stellen over privilege en kwetsbaarheid. Waarom kan ik zo makkelijk reizen terwijl anderen achter grenzen vastzitten? Hoe hangt mijn levensstijl samen met de beperkte mobiliteit van anderen? Door de reikwijdte van 'ons' te verbreden, kunnen we mogelijk de paniek-gedreven reacties op complexe kwesties zoals migratie en klimaatverandering verminderen, en in plaats daarvan een meer holistische en empathische benadering cultiveren.
De AI hield ons een spiegel voor die veel oncomfortabeler was dan verwacht. Nu is het aan ons om die reflectie te gebruiken voor een meer inclusieve verbeelding van onze klimaattoekomst. Eén die erkent dat we misschien in hetzelfde schuitje zitten, maar dat sommigen betere zwemvesten hebben. Zolang we dat niet eerlijk erkennen, kiezen we bewust voor het Panicocene in plaats van de moeilijke weg naar echte klimaatsolidariteit.
REFERENTIES
- Baldwin, A. (2022). The Other of Climate Change: Racial Futurism, Migration, Humanism. Rowman & Littlefield International.
- Baldwin, A. (2016). Premediation and white affect: climate change and migration in critical perspective. Transactions of the Institute of British Geographers, 41(1), 78-90.
- Giacomelli, E., & Cappi, V. (2025). ‘Othering’ in the Panicocene: intergovernmental and non-governmental awareness campaigns on climate change induced-migration. Journal of Ethnic and Migration Studies, 1-19.
- Sheller, M. (2018). Mobility Justice: The Politics of Movement in an Age of Extremes. Verso Books.
Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 7 (september), pagina 30 tot 35
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.