Door artikel 23 van de Grondwet buitenspel te zetten, wil de politiek sociale rechten inkorten. Maar wie beschermt de minderheden als het parlement vrij spel krijgt?
Art. 23
Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.
Daartoe waarborgen de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen.
Die rechten omvatten inzonderheid :
1° het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning, alsmede het recht op informatie, overleg en collectief onderhandelen;
2° het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand;
3° het recht op een behoorlijke huisvesting;
4° het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu;
5° het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing;
6° het recht op gezinsbijslagen.
Met zijn bijdrage in De Standaard (20/11) opent Geert Bourgeois opnieuw de discussie over de sociale rechten vervat in artikel 23 van de Grondwet. Hij is daarmee zeker niet de eerste. Eerder deden andere partijgenoten een oproep om dit artikel aan te passen. Dit keer is de aangekondigde aanvechting van de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd de aanleiding om het debat te heropenen.
In de oorspronkelijke Grondwet, aangenomen op 7 februari 1831, is nog geen sprake van sociale rechten. Pas in 1994 werden deze in artikel 23 aan de Grondwet toegevoegd, na heel wat discussie. Het artikel 23 heeft geen rechtstreekse werking. Dat wil zeggen dat je als burger op basis van dit artikel de overheid niet kan dwingen om bijvoorbeeld een job voor jou te vinden, een huis of een tandarts. Het artikel geeft wel het kader aan waarbinnen de overheid moet werken. Het legt de verplichting op om onze sociaaleconomische grondrechten progressief te realiseren. De overheid moet dus vooruitgang boeken, maar is vrij om te kiezen hoe ze dat wil doen. Alhoewel het niet in de tekst zelf vermeld wordt, wordt artikel 23 van de Grondwet meestal in één adem genoemd met het 'standstill-beginsel'. Dat beginsel vinden we in de toelichting die de Senaat gaf bij artikel 23. Het houdt in dat de overheid geen maatregelen mag nemen die een afbouw betekenen van onze sociale rechten. Zo lezen we in de toelichting dat elke achteruitgang van sociaaleconomische rechten een schending van de Grondwet vormt.
Artikel 23 van de Grondwet is helemaal geen "zwaard waarmee de burger de overheid kan dwingen om iets te doen".
In de loop der jaren heeft het Grondwettelijk Hof in verschillende arresten een interpretatie gegeven aan de standstill-verplichting. Daarbij werden een aantal voorwaarden toegevoegd die het verbod op achteruitgang afzwakken. Zo omschrijft het Grondwettelijk Hof het standstill-beginsel als een verbod voor de overheid om de bescherming van onze sociaaleconomische grondrechten aanzienlijk af te bouwen, tenzij hiervoor redenen van algemeen belang bestaan. In tegenstelling tot wat Geert Bourgeois beweert is artikel 23 van de Grondwet, en het daaraan gekoppelde 'standstill-beginsel', dus helemaal geen zwaard waarmee de burger de overheid kan dwingen om iets te doen.
Dat weet Geert Bourgeois, jurist van opleiding, uiteraard ook. Waar het hem echt om gaat, is de controle die de rechter heeft op het parlementaire werk. Voor N-VA is het duidelijk: in een parlementaire democratie geldt het primaat van de politiek. Het is het parlement dat de regels bepaalt en dat volgens het meerderheidsprincipe. Als in het parlement een meerderheid beslist om de werkloosheidsuitkeringen in de tijd te beperken dan moeten zij de vrijheid hebben om die beslissing te nemen en dan mogen zij daarbij niet gehinderd worden door hogere rechtsregels zoals de Grondwet of Europese verdragen. En eens de beslissing is genomen, moet er ook geen Grondwettelijk Hof zijn die deze beslissing kan toetsen en eventueel ongedaan maken.
Minderheden moeten worden beschermd tegen beslissingen die hun fundamentele rechten aantasten.
Deze redenering is gevaarlijk. Een parlementaire democratie kan immers niet los gezien worden van het principe van de scheiding der machten en het respect voor de rechtstaat. Zonder deze tegengewichten is een parlementaire democratie gewoon het recht van de meerderheid en is het niets meer dan de boutade: democracy is two wolves and a lamb voting on what to have for lunch. Minderheden moeten worden beschermd tegen beslissingen die hun fundamentele rechten aantasten. Die bescherming wordt geboden door een hoger wettelijk kader, zoals de Grondwet of internationale verdragen, waaraan parlementsleden zich moeten houden. Dat is niet zonder reden. In de Grondwet en in internationale verdragen worden de rechten opgesomd die we allemaal hebben, gewoon omdat we mens zijn. Die rechten garanderen dat we allemaal een waardig leven kunnen leiden, wat er op zijn beurt dan weer toe leidt dat we allemaal in vrijheid en in veiligheid kunnen leven. En als het parlement zich daar niet aan houdt dan moet de burger zich kunnen wenden tot een onafhankelijk rechtscollege dat deze schendingen kan doen ophouden. Het is niet omdat politici op een democratische wijze verkozen zijn dat ze boven de wet staan.
Aan deze principes tornen, zet de weg open naar een dictatoriaal systeem zoals we dat ondertussen in de VS zien. Uiteraard zijn we in België nog niet zo ver, maar wat nu in de VS gebeurt hielden we drie jaar geleden ook niet voor mogelijk. De aanvallen op de rechterlijke macht zijn niet onschuldig en we mogen ze niet negeren. We kunnen de vraag naar een aanpassing van artikel 23 van de Grondwet immers niet los zien van andere fenomenen, zoals de structurele onderfinanciering van justitie, de ongefundeerde aanvallen op 'activistische rechters' of het blijven negeren van rechterlijke beslissingen door de overheid.
De aanvallen op de rechterlijke macht zijn niet onschuldig en we mogen ze niet negeren.
Zoals Ico Maly zeer terecht aanhaalde in De Morgen (17/11) wordt de democratie niet ondermijnd door grote revoluties maar met kleine stappen. De aanval op artikel 23 van de Grondwet is één van de zovele stappen. Laten we waakzaam blijven en elke stap de nodige aandacht geven.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.
