Abonneer Log in

Radicaal-rechts: niet anti-elitair, wel xenofoob

  • Annelien De Dijn - Hoogleraar moderne politieke geschiedenis aan de Universiteit Utrecht en auteur van ‘Vrijheid. Een woelige geschiedenis’ (2021)
  • 22 april 2022

Het succes van radicaal-rechtse partijen heeft weinig te maken met een backlash tegen de technocratisering van de politiek, maar eerder met de heropleving van een conservatief nationalisme.

Sinds 2000 zijn er in Europa een nieuw soort politieke partijen op het toneel verschenen, partijen die vaak worden omschreven als ‘populistisch’. De electorale doorbraak van deze partijen – denk hierbij aan Vlaams Belang in Vlaanderen, PVV in Nederland, FPÖ in Oostenrijk of Front National in Frankrijk– wordt vaak geduid als het gevolg van de groeiende kloof tussen burgers en politiek. De ledenaantallen van traditionele politieke partijen, zo laat politicologisch onderzoek zien, kalven sinds jaar en dag af. Waar de Vlaamse socialisten bijvoorbeeld in de jaren 1980 nog 120.000 leden had, bleven er daar dertig jaar later slechts de helft van over – en die trend doet zich ook voor bij andere partijen. Politici zouden zo steeds meer de band met de kiezer verliezen, en besturen zou in de toenemende mate het werk van experts en technocraten zijn geworden. Die situatie zou dan weer een vruchtbare voedingsbodem vormen – zo luidt de gangbare analyse – voor de opkomst van partijen die voor de ‘gewone man’ beweren te spreken.

Maar klopt deze analyse – recent nog verdedigd door historicus Anton Jäger in Samenleving & Politiek – wel? Als we de belangrijkste premissen die aan dit narratief ten grondslag liggen van dichterbij bekijken, blijkt al snel dat er weinig van heel blijft. Er zijn ten eerste goede redenen om aan te nemen dat de kloof tussen burger en politiek niet is vergroot, maar juist is verkleind in de laatste vijftig jaar. Natuurlijk is het waar dat de ledenaantallen van politieke partijen stelselmatig zijn afgekalfd. Maar het is een illusie om te denken dat massapartijen burgers noodzakelijkerwijze dichter bij de politiek brengen. In de jaren 1950 en 1960, toen de massapartij hoogdagen beleefde, was de kloof tussen burger en politiek volgens historici zoals Martin Conway juist een gapend gat. De naoorlogse democratie was er op gericht om burgers een zo klein mogelijke rol te geven in het politieke proces, en versterkte vooral de macht van traditionele elites.

De kloof tussen burger en politiek is niet vergroot, maar juist verkleind in de laatste vijftig jaar.

De ontzuiling en de daarbij behorende individualisering van de maatschappij die zich in de jaren 1970 inzette, leidde tot de langzame neergang van de massapartij. Maar dat wil niet zeggen dat burgers zich niet meer politiek engageerden. Gemarginaliseerde groepen zoals vrouwen, mensen van kleur en LGBTQ-ers begonnen zich te mobiliseren, en er ontstonden ook bewegingen rond nieuwe waarden en normen zoals een gezond leefklimaat. Sommige van deze bewegingen kregen ook partijpolitieke vertaling – de oprichting van groene partijen in verschillende Europese landen is daarvan het beste voorbeeld. Het resultaat van dit proces was een nieuw politiek landschap, met meer ideologische en andere vormen van diversiteit. Het aantal vrouwen in het parlement is bijvoorbeeld toegenomen van rond de 3% in de jaren 1950 en 1960 tot iets meer dan 40% vandaag. Dankzij deze en gelijkaardige verschuivingen zijn politici juist veel dichter komen te staan bij iedereen die geen witte burgervader is – het grootste deel van de bevolking, met andere woorden.

Dat brengt me bij een tweede punt. Van zodra we ons realiseren dat de kloof tussen burger en politiek niet is toegenomen, wordt ook duidelijk dat we de opkomst van populistische politieke partijen onmogelijk kunnen duiden als een gevolg van deze (niet bestaande) kloof. Dat blijkt ook uit wetenschappelijk onderzoek. Elisabeth Ivarsflaten, een Noorse politieke wetenschapper, laat bijvoorbeeld zien dat kiezers die voor succesvolle radicaal-rechtse partijen zoals Vlaams Belang in Vlaanderen en PVV in Nederland stemmen, weinig tot niet gemotiveerd worden door de anti-establishment retoriek van deze partijen. In plaats daarvoor worden de kiezers van deze partijen vooral aangetrokken door hun standpunten over migratie, of – zoals Ivarsflaten het stelt - ze mobiliseren ‘grievances over the immigration crisis’. De kiezers van Vlaams Belang en PVV zijn met andere woorden niet anti-elitair, maar wel xenofoob. Dat laat ons ook toe beter te begrijpen waarom dergelijke partijen zich, naast hun anti-migratiestandpunten, ook vaak vijandig opstellen ten aanzien van andere kwetsbare groepen in de maatschappij, zoals bijstandstrekkers en LGBTQ-ers.

We moeten het succes van partijen zoals Vlaams Belang en PVV anders gaan duiden.

We moeten het succes van partijen zoals Vlaams Belang en PVV dus anders gaan duiden. Het groeiende marktaandeel van dergelijke partijen heeft weinig te maken met een backlash tegen de technocratisering van de politiek. Het succes van deze partijen kan wel op conto geschreven van de heropleving van een conservatief nationalisme, vaak etnisch of religieus gekleurd. In Europa kreeg dit conservatief nationalisme een serieuze boost in de nasleep van 9/11 en de migratiecrisis van 2015. Maar daarnaast kan de heropleving van deze ideologie ook op het conto geschreven worden van meer langetermijnontwikkelingen. De Tweede Wereldoorlog – die het gevaar van extreem nationalisme op dramatische wijze illustreerde – ligt ondertussen 77 jaar achter ons. Er zijn steeds minder mensen die nog een actieve herinnering hebben aan deze periode, en de lessen die Europa toen leerde, verdwijnen steeds verder uit ons collectieve geheugen. Misschien zal de Russische inval in Oekraïne – die eveneens op conto van extreem nationalisme geschreven kan worden – het morele failliet van deze ideologie weer in herinnering brengen, en dus de voedingsbodem voor de nationalistische heropleving verminderen. Maar dat blijft voorlopig nog koffiedik kijken.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.